Mijn mening: God antwoordt niet.

De maatschappij door Redactie Ze.nl

God antwoordde niet. Dat doet hij nooit. Toch bleef ik naar de kerk gaan. In mijn eentje, want mijn moeder draaide toen veel nachtdiensten en sliep dus overdag. Ik was zestien jaar, luisterde naar de preken en voelde me ergens veilig. Het huis van God, de Oosterkerk in Zwolle, was het huis waar mijn vader acht jaar had gestaan als predikant. Het huis waar hij zijn geloof met veel gevoel overbracht op anderen.

Die woede voor God om het wegnemen van mijn vader bleef niet. Er kwam berusting en ik maakte mijn eigen keuze. Ik geloofde in God en besloot dat het tijd was om geloofsbelijdenis te doen. Eerst volgde de belijdeniscathechesatie, waar ik met met leeftijdsgenoten sprak over God en de maatschappij. Vlak voor mijn negentiende verjaardag deed ik ten overstaan van de volgestroomde kerk, met tranen op mijn wangen, mijn geloofsbelijdenis. Ik was op dat moment het enige kind van mijn vader die geloofsbelijdenis deed en de man voor wie het geloof zo belangrijk was, was er niet bij.

Ook toen mijn broer kanker kreeg, nu zo'n tien jaar geleden, wankelde mijn vers-belijde geloof niet. Ik werd op de proef gesteld door mijn andere broer die mij vertwijfeld aankeek: "Nou, daar zit je dan, met die God van je. Leuk dat hij ons dit aandoet." Zelfs op dat moment, opnieuw een vreselijke tijd, kon ik niet zeggen dat ik niet geloofde.

Nu, tien jaar later, ga ik niet meer naar de kerk. Ik ben verhuisd naar Amsterdam en om de één of andere reden kan ik hier mijn kerk niet vinden. Lange tijd voelde ik me echt als 'het meisje in de stad dat van God los is'. Ik voelde me zelfs schuldig tegenover God, alsof hij een persoon is en met zijn wijzende vingertje vanuit de hemel naar me kijkt. Inmiddels ben ik daar overheen gegroeid. Ik geloof in een God, misschien als vader, maar vooral als energie die mij kracht en steun geeft. Elke avond voor het slapen gaan bid ik, zoals ik vroeger met mijn vader bad. Het liedje "Ik ga slapen, ik ben moe..." heeft plaatsgemaakt voor uitingen van dankbaarheid en soms schietgebedjes om extra kracht in een moeilijke tijd. Maar nog steeds kan ik met volle overtuiging zeggen: Ik geloof in God.