La Grande Bouffe in het theater
Regisseur Johan Simons neemt met dit stuk afscheid van Toneelgroep Amsterdam, hij wordt artistiek leider van de Müncher Kammerspiele. Als eerste Nederlandse theatermaker krijgt hij de leiding over één van de meest vooraanstaande toneelhuizen in Duitsland, iets om trots op te zijn. Maar is zijn regie van La Grande Bouffe ook om over naar huis te schrijven? La Grande Bouffe vertelt het verhaal van vier succesvolle mannen die een daad willen stellen. Ze zijn er wel klaar mee, met dit leven, en sluiten zich op in een luxe villa om zich, in het bijzijn van een lerares en een hoertje, letterlijk dood te vreten. Vanaf de eerste aankondiging zijn de verwachtingen hooggespannen: hoe kan je - in godsnaam - deze film vertalen naar het toneel? Anders dan in de film, is er gekozen voor een reconstructie van het verhaal. Dat houdt je als toeschouwer bij de les: dit is slechts één interpretatie. Vier mannen worden - een voor een - onder een plastic zeil gelegd, waarop het stuk begint. Twee vrouwen - Elsie de Brauw en Chris Nietvelt - zullen uit de doeken doen wat er gebeurd is, door de mannen los van elkaar te introduceren. Hierbij speelt de vrouw, die niet over het wie-wat-waar spreekt, een persoon uit het leven van de man die zich gereed maakt een weekend van huis te gaan. Zo zien wij bijvoorbeeld de dochter van televisieregisseur Stefaan of de vrouw van kok William. De actrices, De Brauw dan wel Nietvelt, transformeren nooit helemaal. We blijven de 'verteller' zien, achter het personage dat zij kort en vluchtig aannemen. Ineens komen de vier acteurs van achter uit de zaal op, een teken dat 'het' gaat beginnen. Zodra de heren hun intrede doen in de villa, nemen de twee dames een vaste rol aan: die van schooljuffrouw Elisa (de Brauw) en hoertje Christiane (Nietvelt). Dit maakt hen beter herkenbaar en geeft ze de kans hun spel uit te diepen. Ondertussen wordt er veel gebruik gemaakt van projecties - schilderijen met afbeeldingen van voedingswaren, dieren of vagina's - op losse vlakken en de kale kubus op het toneel die de villa voor moet stellen. Over de precieze beweegredenen van dit weekend wordt, net als in de film, eigenlijk geen informatie gegeven. Als toeschouwer kunnen we enkel gissen en verwonderd toekijken. Kok William schotelt dis na dis op en schudt diverse recepten uit zijn mouw: ganzenpaté hier en truffelpuree daar, hij fungeert als een levend kookboek. Wat stof tot nadenken geeft, is het feit dat prostituee Christiane uit de hoek komt alsof zíj de morele schooljuf is en andersom. Het hoertje zet vraagtekens bij de gang van zaken: waarom al die overdaad, waarom al dat eten - jullie hebben immers geen honger, wat een nonsens! Juffrouw Elisa belooft ondertussen haar hand aan een van de mannen, terwijl zij met ieder die wenst de lakens deelt of, beter gezegd: de hompen uit de hemel gestort (nep)vlees die het podium vullen. Dat de vrouwelijke personages niet op te vatten zijn als stereotypen, roept vragen op over de maatschappij waarin wij leven: één van weldaad en uiterlijk vertoon: wat hebben wij eigenlijk echt nodig en wat is 'waar'? Het is jammer dat Nietvelt zich tijdens haar monologen voornamelijk op het 'niets' richt, waardoor haar boodschappen niet zo sterk over komen als had gekund. Ook op andere vlakken is La Grande Bouffe niet even overtuigend en sterk. Het is een verademing dat er eens géén naakt te zien is in een stuk van Toneelgroep Amsterdam, al zijn er zat verwijzingen. De kunst vervangt het tonen van het blote lichaam en het is niet storend dat dit wat ingetogener is dan wij van de groep gewend zijn. Op andere vlakken had de voorstelling veel sterker aangezet mogen worden. Het bunkeren, de buikkrampen, of het moment waarop alle personages hysterisch over het toneel stormen terwijl ze roepen dat er 'overal stront zit!'. Stroomt er in de film een toilet over, wat ervoor zorgt dat een hele verdieping onder de uitwerpselen komt te zitten, op het toneel zien we enkel een klein keukenblokje waar een pisstraaltje uit tevoorschijn komt. Is het stront, rioolwater, satésaus misschien? Toeschouwers op de achterste rijen zullen geen idee hebben. Al ben ik geen fan van een grote smeerboel of ontplofte riolering: wanneer er veel gevreten wordt en de nadruk ligt op het feit dat er overal stront uit komt... wil je dat als toeschouwer éigenlijk ook zien. Ik had redelijk wat van het stuk verwacht, helaas bleef La Grande Bouffe iets te vlak en plat. De projecties zijn goed uitgekozen en het stuk is voor velen beter toegankelijk dan een opvoering van Shakespeare of Tsjechov. Toch had het in mijn ogen meer potentie. La Grande Bouffe is zeker vermakelijk en biedt stof tot nadenken, maar Simons had alles vetter mogen aanzetten. Een groots festijn moet je immers niet klein spelen. La Grande Bouffe, met Elsie de Brauw, Jacob Derwig, Aus Greidanus jr., Chris Nietvelt, Wim Opbrouck en Steven van Watermeulen, is nog te zien in Nederland en België tot en met 15 mei. Voor meer informatie kijk je hier! |