Stadsmeisje in de jungle

Reizen door Esmee
Niemand vindt het leuk als de wekker gaat op zaterdag en al helemaal niet als het 7 uur ?s ochtends is. Maar voor het eerst in mijn leven vond ik het helemaal niet zo erg. Ik zou namelijk de jungle in gaan?

Van de zenuwen lag ik de halve nacht wakker: ik ga de jungle in! En geloof me, dat is heel wat voor iemand die ervan houdt haar nagels te lakken en haar haar te föhnen. Twee weken geleden heb ik een dierenarts uit Denemarken ontmoet die in de board zit van The Asian Elephant Foundation.

Twee maanden per jaar is hij in Thailand om te kijken hoe het gaat met de Elephant Mobile Clinic die hij opgericht heeft. Deze mobiele kliniek bestaat uit een aantal trucks waarmee voornamelijk dierenartsen in het noorden van Thailand rondtrekken om kosteloos medische hulp te bieden aan olifanten. Heel brutaal vroeg ik of ik een keer mee mocht op expeditie. Dit bleek helaas onmogelijk te zijn, maar hij zou kijken wat hij voor me kon betekenen. Nooit meer verwacht dat ik ooit nog iets zou horen, tot afgelopen vrijdag.

Ik hoefde alleen maar warme kleding en een extra paar sokken mee te nemen, voor al het andere zou het team zorgen. Ik denk dat vrijdagavond het woord jungle nog niet zo goed tot me doorgedrongen was, anders had ik me waarschijnlijk wel beter voorbereid. En dat terwijl ik voor mijn reis nog wel een hele survivalkit had gekocht. Want ja, als je geheel onwetend in een outdoorwinkel staat en je aan de verkoper vertelt dat je voor het eerst op reis gaat, dan is het makkelijk voor de verkoper om je dingen aan te smeren. Van een zaklamp met led-lampjes tot een kompas, van een sneldrogende handdoek tot een blusdeken in de EHBO-set. Ik ben van alles voorzien, maar dankzij mijn (slaap)dronken hoofd op zaterdagochtend was er niets van dat alles mijn tas ingegaan.


Eenmaal onderweg leek het in het begin allemaal nog wel mee te vallen. Onze truck passeerde een aantal olifantenkampen die ik eerder ook al had gezien, net als de vele bussen volgepropt met toeristen. De kleine teleurstelling verdween als snel toen ik na een uur rijden geen ander verkeer meer zag en de verharde weg plaats had gemaakt voor iets wat op een verharde weg moest lijken. Gelukkig ben ik niet wagenziek en was het een truck met four wheel drive. Na 2 uur kreeg ik het toch wel een beetje benauwd.

De gedachte 'wat een prachtige natuur!' maakte langzaam plaats voor de gedachte 'wat als we autopech krijgen?'. Onze telefoons hadden geen bereik meer en toen de chauffeur niet zeker wist of het wel de goede route was, wilde ik het liefst weer omkeren naar de stad. Maar na een tocht van 3 uur zagen we iets wat op de beschaving moest lijken. Voor even kon ik weer opgelucht ademhalen. Met de nadruk op even, want in het dorpje dat leek op een dorpje in het Archeon, was geen olifant te bekennen. Wel zag ik de overblijfselen van wat ooit een brug was geweest in de rivier. Het was dus onmogelijk om verder te rijden.


Mijn vermoeden werd bevestigd toen ik twee dorpelingen op motors uit het jaar nul aan zag komen rijden en ze vriendelijk wezen op de plek achterop de motor. Waar ik aan begonnen was, werd me toen langzaam duidelijk. Tot groot vermaak van de dierenartsen uiteraard. Ik zou wel als laatste gaan, kon ik nog even wennen aan het idee. Uiteindelijk heb ik mijn verstand op nul gezet en ben ik stoer achterop dat gammele apparaat gestapt. Ook hier geen wegen maar vooral veel modder en stenen. Vast heel leuk om te wandelen, maar als je achterop een motor zit en je rechts van je een diepe afgrond ziet, wordt het een ander verhaal. Na 15 minuten en veel schietgebedjes later was ik dan eindelijk op de plek van bestemming. Dacht ik. Of ik de laatste 10 minuten zelf wilde lopen? Uh, waarheen? Maar de motor was alweer omgekeerd. Ik ben nog nooit zo blij geweest om olifanten in de verte te horen.

De dierenartsen waren al bezig met de controles toen ik het dorpje bereikte. Bloed afnemen, vitamines inspuiten en medicijnen geven. Een beest van 3000 kg een spuit geven is geen pretje. Je zou verwachten dat ze niets voelen door de dikke olifantenhuid. Maar zelfs het kleinste prikje voelen ze en dan is het verstandig om heel ver bij ze uit de buurt te blijven. De dierenarsten leveren enorm dankbaar werk. Ook de eigenaren van de olifanten zijn blij met de halfjaarlijkse controles, want een zieke olifant betekent geen inkomsten. Olifanten in het wild zijn altijd beter af, maar dit is een goede manier om zeker te zijn van hun voortbestaan.


Het volgende dorp waar ook olifanten leven, kon alleen bereikt worden door te raften. Niet in een degelijke boot, maar op een vlot van bamboe met aan het roer een Thai die twee koppen kleiner was dan ik. Een paar uur lang om de zo veel meter het geluid van een stroomversnelling horen zonder dat je deze nog ziet aankomen, is misschien leuk voor de avonturier maar ik zag de lol er niet van in. Daarbij zag het bruine water er ook niet heel erg aantrekkelijk uit. Na twee uur, een lijkbleke huid en natte sokken rijker, kwamen we gelukkig aan in het tweede Middeleeuwse dorpje. Echte meisjes in de jungle was er niets bij. Er was geen warme douche helaas (hoe had ik het ooit durven denken, het leek niet eens op een douche), een gat in de grond diende als toilet en een houten vloer als matras. Maar ik was de gelukkigste mens op aarde toen ik ?s avonds met mijn Singha biertje bij het kampvuurtje naar gitaarmuziek zat te luisteren. De muggen nam ik zelfs voor lief, net als het gesnurk van de Deense arts, dat zo hard was dat het de geluiden van de jungle overstemde.

 

Mijn zaklampje zou fijn geweest zijn, maar aan de andere kant was het maar goed ook dat ik ?s nachts niets kon zien. Het relaxte leven van de familie in het dorpje werkte aanstekelijk. Het enige waar ze zich druk om hoeven te maken is eten, slapen en voor de kippen, varkens en olifanten zorgen. Ze kennen geen hoge bloeddruk of stress in de ochtendspits. Na de laatste controle in de ochtend, gelukkig was er geen één olifant ziek, stond me nog een twee uur durende wildwaterbaan te wachten. Mentaal iets beter voorbereid dan de dag ervoor, kwam ik dit keer met een gezonde kleur op mijn wangen en een paar natte sokken weer aan in de beschaving. De extra droge sokken was ik gelukkig niet vergeten. Goed om te ervaren hoe het is om een keer helemaal back to basic te gaan en niet bezig te zijn met mijn make-up of kleding. Toch was ik maar wat blij toen ik aan het einde van het weekend weer het drukke verkeer in Chiang Mai zag en al het lekkere eten op straat rook..

 
Lees ook haar eerdere verslag

!

Ben je ook weleens de jungle in geweest, was je ook net zo 'goed' voorbereid als ik en hoe heb jij het ervaren?
________________________________________________________________________________________

Esmee is single en afgestudeerd, moest haar huis uit en het contract bij haar toenmalige baan liep af. Mooie gelegenheid om voor een langere tijd naar het buitenland te gaan. Niet alleen om te reizen, maar ook om te werken. Ze woont en werkt sinds november in Chiang Mai, Thailand. Vanaf februari gaat ze nog 4 maanden door Zuidoost-Azië reizen. Ze neemt jullie graag mee op al haar avonturen.