Julia: 'Ik was dakloos en werd gedwongen tot prostitutie'

De maatschappij door Madelon

Toen Julia dakloos werd, had ze geen keus: ze moest de prostitutie in. Maar ze dacht niet dat het zulke grote gevolgen zou hebben. “Op mijn dieptepunt woog ik nog maar 38 kilo en was ik de persoonlijke seksslaaf van mijn baas.”

“Het voelde voor mij alsof ik elke dag weer verkracht werd. Ik had seks tegen mijn zin in en was niet in staat om mijn gevoelens of emoties te uiten. Ik kon mezelf helemaal niet meer zijn, ik bestond niet meer. Ik was alleen nog maar een lichaam dat misbruikt en mishandeld mocht worden.”

Hoe het begon

De 20-jarige Julia vertelt dat ze aan haar kinderjaren maar weinig slechte herinneringen heeft. “Ik had leuke vriendinnen en veel hobby’s, waaronder paardrijden”, zegt ze. “Maar toen kwam de puberteit. Ik werd gepest op school, omdat ik er eerder anders uit kwam te zien dan de meiden in mijn klas. Ik werd daardoor in het laatste jaar van de basisschool heel onzeker.”



Toen Julia 13 was, scheidden haar ouders. “Daardoor werd ik heel opstandig en kreeg ik veel boosheid in me. Van mijn 13e tot mijn 17e heb ik afwisselend bij mijn vader en mijn moeder gewoond. Toen ik 17 was ben ik bij mijn toenmalige vriend gaan wonen. Dit ging een tijd goed, maar een paar maanden voor mijn 19e verjaardag liep onze relatie op de klippen. Hier heb ik erg veel verdriet van gehad.”

“Doordat de relatie met mijn ouders zo slecht was, was teruggaan naar hen geen optie meer. Er was te veel gebeurd, dus ik ging een tijdje bij een goede vriend wonen. Werk vinden was moeilijk en uiteindelijk ben ik, via een man die ik kende, in de prostitutie terecht gekomen.”

Eigenwaarde

In het begin was het prostitutiewerk prima voor Julia. “Ik vond het werk niet erg om te doen en verdiende er goed mee. Maar toen die vriend van mij erachter kwam durfde ik uit schaamte niet meer naar huis. Hij was er heel boos over. Toen kwam ik op straat te staan. Ik probeerde zoveel mogelijk te gaan werken, zodat ik iets kon gaan huren en een beter leven kon beginnen.”

“Op dat moment had ik totaal geen eigenwaarde meer. Niks kon me meer wat schelen, ik had nog zo veel liefdesverdriet. Ik stond op het punt van instorten. Mijn baas merkte toen dat hij veel macht over me kon hebben: ik had geen huis, miste mijn ex, was verdrietig en had niemand om me heen. Hij heeft me toen in huis genomen, en vanaf dat moment is alles bergafwaarts gegaan.”



Seksslaaf

“Mijn baas had alle macht over mij”, vertelt Julia. “Ik was zijn goudmijntje: ik was jong, Nederlands en zag er goed uit. Mijn contact met de buitenwereld werd afgesloten, ik mocht niet meer naar buiten en had naar mijn baas te luisteren. Hij bepaalde wanneer ik werkte en inde mijn verdiensten. Moe of niet, ziek of gezond: ik moest 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar zijn voor de klanten.”

“Uiteindelijk ben ik aan de drugs geraakt, ik gebruikte coke en speed. Zo kon ik mezelf compleet afsluiten. Eten lukte nog amper, door de drugs, maar ook door het feit dat ik mezelf zó smerig voelde. Ik kreeg geen hap meer door mijn keel. Ik viel enorm af.”

Julia heeft meerdere malen geprobeerd om weg te gaan. “Ja, dan stond ik weer op straat”, vertelt ze. “Ik sliep buiten, had geen geld om te eten en had niemand om me heen. Daarom ging ik steeds weer terug naar mijn baas. Daar had ik in ieder geval onderdak, hoe erg de situatie voor de rest ook was.”

“Na een tijdje dwong mijn baas me zelfs om ook met hem naar bed te gaan. Buiten zijn goudmijntje was ik nu ook zijn persoonlijke seksslaaf. Ik kreeg geen rust meer - wanneer hij het wilde, moest ik klaarstaan. Als ik niet aan het werk was, moest ik hem tevreden stellen. Hij heeft me vaak mishandeld en misbruikt. Deed ik iets wat niet naar zijn zin was, dan werd ik geslagen of met een pistool bedreigd. Deze hele periode heeft, alles bij elkaar, negen maanden geduurd.”

.

Blijf-van-mijn-lijfhuis

Met hulp van een goede vriend is Julia uiteindelijk uit deze situatie gekomen. “Ik ben met hem in contact gekomen en ben ‘s nachts gevlucht. Hij heeft mij toen opgehaald en ondergebracht bij een vriend van hem. Vanuit daar ben ik bij een geweldige hulpverleenster terecht gekomen, en zij zorgde ervoor dat ik in een blijf-van-mijn-lijfhuis terecht kon. Daar heb ik twee maanden gezeten.”

Hoewel Julia gered was uit de voor haar ondraaglijke situatie, was het blijf-van-mijn-lijfhuis voor haar ook geen fijne ervaring. “Ik moest van de een op de andere dag afkicken, en kreeg weinig begeleiding. Wel heb ik er een vriendin voor het leven aan overgehouden”, vertelt ze. “Na 2 maanden vond ik een eigen huisje en kreeg ik ook weer contact met mijn ouders. Een halfjaar geleden ben ik mijn huidige vriend tegengekomen en inmiddels wonen we samen. Hij helpt me elke dag weer om mijn verleden de baas te worden. Hij gaat mee naar mijn therapie, troost me en laat me alles op mijn eigen tempo doen. Hij is mijn grote steun en toeverlaat.”

'Vecht voor je geluk'

Julia’s verdriet is inmiddels omgeslagen in woede. “Er zit nog heel veel boosheid in me. Ik ben boos omdat er niemand aan de bel heeft getrokken, me geholpen heeft of dit op zijn minst probeerde. Ook ben ik boos op mijn baas en zijn klanten. Wat bezielt zulke mannen?”



“Ik heb geleerd dat niet veel mensen écht te vertrouwen zijn en dat je heel goed moet uitkijken met wie je in zee gaat. Geniet van de mooie momenten in het leven, voor je het weet kunnen die voorbij zijn. Ga niet bij de pakken neerzitten maar vecht voor je geluk. Iedereen verdient het om gelukkig te zijn. Als ik ooit een dochter krijg, wil ik aan haar meegeven dat ik haar nooit in de steek laat. Dat ik voor haar zal vechten en haar lief zal hebben, dat ik er altijd voor haar zal zijn.”

“Ik ben nu keihard aan het knokken om alles een plaatsje te geven en het eindelijk te verwerken. Ik ben er nog lang niet, maar ik ben op de goede weg. Ik heb nu mensen om me heen die mij steunen en die van mijn houden zoals ik ben. Daar ben ik enorm blij mee.“

Lees ook onze andere real life verhalen.