Hé bolleboos: deze plat Amsterdamse woorden wil je weten

Vrije tijd door Daniëlle

Vroeger - en dan hebben we het over het jaar 1700 - werd er in Amsterdam en andere steden waar veel Joden leefden veel Jiddisch, ook wel Jodenduits genoemd, gesproken: een dialect dat een mengelmoesje is tussen Hebreeuws en Duits. Veel woorden uit het Jiddisch werden later ook gebruikt in het Amsterdamse dialect en zijn tegenwoordig bijna niet meer te ontbreken in het plat Amsterdamse woordenboek. Hieronder vind je plat Amsterdamse woorden die je wil weten.

Lees ook: 12 rare uitspraken die je alleen in Limburg hoort

1. Gallisch

Boos, wrevelig: "Jouw actie maakt mij gallisch!".

2. Miesgasser

Een akelig persoon, iemand die je liever niet tegenkomt.

3. Saffie

"Geef mij eens een saffie", oftewel een peuk.

4. Mesjogge

Mesjogge betekent ook wel gek of gestoord.

5. Penoze

Alles uit de onderwereld: boeven, criminelen, you name it.

6. Kapsones

Wie deze niet kent... "Je hebt kapsones!": Hoogmoed.

7. Meier

Een biljet van 100 gulden.

8. Stennis

Een stennis maken: ophef, lawaai, kabaal... 

9. Pikketanesie

Pikke-wat? Oh, gewoon een borreltje.

10. Schorremorrie

"Nou, kan die muziek iets zachter? Wat een schorremorrie." Je raadt het misschien al: een asociaal persoon.

11. Togus/Tokus

Een goed achterwerk of kontje. Geen make-up op? Dan heb je een togusponem: een blotebillengezichtje.

12. Snikkel

Het mannelijke geslachtsdeel.

13. Gallemieze

Is je wasmachine weer kapot? Dan is hij helemaal naar de gallemieze.

14. Wieberen

Wegwezen!

15. Geinponem

Wat ben jij een grapjas, zeg.

16. Bolleboos

Een echte slimmerik. Een ander Amsterdams woord voor slimmerik is goochemerd.

17. Pieremachochel

Wie deze weet is een geboren Amsterdammer... Een pieremachochel is een waggel object zoals een bootje of een log voorwerp. 

18. Pleite

"Is de buurman al pleite? Wat jammer." Pleite maken betekent ook wel weggaan.

19. Kloffie

Oude kleren.

20. Haarlemmerdijkie

Je maakt vast een grapje, een Haarlemmerdijkie.

21. Koosjer

Helemaal oké en in orde.

22. Gappen

Iets stelen.

23. Sjoege

"Heb jij daar wat sjoege over?" Sjoege betekent kennis, begrip of benul.

24. Joet

Een meier is een biljet van 100 gulden, een joet eentje van 10.

25. Sores

Het woord sores is afkomstig van het woord tsarot, dit betekent ook wel benauwdheid of het moeilijk hebben. Sores betekent zorgen of problemen hebben.

26. Mokum

De o-zo-mooie stad Amsterdam.

27. Schlemiel

Een sukkeltje of een loser.

28. Majem

Iets wat vaak valt in Nederland: regen en water.

29. Smeris

De politie.

30. Kaffer

Een lomp iemand of een boer.

Lees ook: Deze French coupe is très trendy dit najaar

Bron: Historiek.net