Deze 5 vrouwen werken liever niet op kantoor: 'Een kantoor is niks voor mij'

Werk & studie door Michelle Bakker

Op een kantoor werken: voor de één is het dagelijkse kost, voor de ander een ondenkbaar scenario. Niet iedereen is er voor gemaakt elke dag werk te verrichten op een gedeelde werkvloer met alle bijbehorende regels, omgangsvormen en koffieautomaatpraatjes. Wij spraken vijf vrouwen die allemaal zo hun eigen reden hebben om niet op een kantoor te werken. “Al die bakjes koffie en dat geouwehoer met collega’s, allemaal verloren tijd.”

Op kantoor werken lukt niet

Ruth (36) kreeg een burn-out: “Ineens lag ik met stuiptrekkingen op de grond”

“Tien jaar lang werkte ik fulltime in marketing en communicatie, tot het mis ging. ’s Morgens tijdens het ontbijt zakte ik letterlijk door mijn benen op de grond en begon ik stuiptrekkingen te krijgen. Dat was schrikken voor mijn man en twee kinderen. Pas later wist ik waar het door kwam: energietekort. Uiteindelijk ben ik vier maanden thuis gebleven om hiervan te herstellen en daarna heb ik nog eens vijf maanden nodig gehad om te reïntegreren. Maar eenmaal terug voelde ik dat ik dit niet meer wilde. Al mijn energie ging voor mijn gevoel op aan de verkeerde dingen. Toen iemand mij ooit vroeg hoe ik later herinnerd zou willen worden, wist ik het wel: aandacht hebben voor datgeen wat belangrijk is voor mij. Liefde, zorg en aandacht voor mijn gezin, familie en vrienden en het werk uitvoeren waar ik passie voor heb. Terwijl eigenlijk ál mijn tijd op ging aan werk. Dit was een keerpunt. Ik besloot te stoppen met mijn baan in Marketing en Communicatie en vroeg bij een plaatselijke boekhandel of ik daar kon werken. Ik miste het fysieke contact met mensen, dat vond ik daar weer terug. Toch bleek ook dit niet de uitkomst: als mijn kind ziek was, kon ik niet thuis blijven voor haar, er moest iemand in de winkel staan. Toen iemand uit mijn oude netwerk belde dat ze me wilden hebben in mijn oude functie, kwam dat op het goede moment. Ik antwoordde dat ik dit wel wilde, maar wel onder míjn voorwaarden. Daar gingen ze gelukkig mee akkoord. Inmiddels werk ik drie dagdelen vanuit mijn huis, en een paar uur per week naar kantoor voor meetings. Heer-lijk! Als ik mijn kinderen ’s morgens naar school heb gebracht en weer thuis kom om te werken, waan ik me in een oase van rust. Ik kan mijn tijd indelen zoals ik wil, de verwarming kan lekker hoog en als ik het koud heb werk ik met een dekentje om me heen. Door het thuiswerken houd ik meer energie over: energie die ik gebruik om tijd door te brengen met gezin, familie en vrienden. En ik werk zo nu en dan weer in de boekhandel! Mijn omgeving merkt ook dat ik meer ontspannen ben. Om eerlijk te zijn mis ik het kantoorleven niet. Collega’s die een praatje maakten, telefoongesprekken, al die prikkels: onbewust putte het mij uit. Daar heb ik nu geen last meer van. In de toekomst zie ik dit dus niet snel veranderen. Mijn droom is om een boek te schrijven, ook vanuit huis. Of misschien wel vanuit een apart schrijvershuisje. Wie weet!”

Aniek (26) kan niet op een kantoor werken door haar ziekte: “Ik Skype voor aanspraak”

“Na jarenlang van dokter naar dokter te zijn gesleept, hoorde ik op mijn 19e eindelijk wat ik heb: het Syndroom van Ehlers Danlos. Op dat moment studeerde ik SPW, maar op mijn opleiding zeiden ze al snel dat ik er beter mee kon stoppen. Ik zou het lichamelijk niet aankunnen. Dat was een klap, maar achteraf hebben ze het wel goed ingeschat. EDS, zoals de ziekte wordt afgekort, is een bindweefselaandoening. Hierdoor ben ik vaak moe, gaan mijn gewrichten snel uit de kom en ontstaan er ontstekingen in mijn lichaam. Ik weet daardoor eigenlijk nooit hoe ik wakker word, dat maakt op kantoor werken onmogelijk voor mij. Nadat ik met SPW moest stoppen ben ik een andere opleiding gaan doen. Inmiddels werk ik als meisjescoach, waarbij ik meiden tussen de 7 en 21 jaar met een chronische aandoening begeleid in wat ze kunnen en willen doen. Een heel dankbare baan waar ik blij mee ben. Ik doe het met zoveel plezier dat ik me niet zo snel laat verlijden door Netflix. Als ik aanspraak mis, of zin heb in gezelschap tijdens het werk zet ik Skype aan om met andere thuiswerkers te Skypen. Dan doen we gewoon ons eigen ding, maar kun je toch een beetje kletsen. Soms hoor ik weleens: jij zit altijd maar thuis, je hebt toch wel tijd om dit of dat te doen? Mensen vergeten dat ik daadwerkelijk werk te doen heb. In de toekomst zou ik ook personeel in dienst willen nemen, het bedrijf zien groeien. Maar alles op mijn manier, en wel vanuit huis.”

Marloes* (35) sloot haar eigen kantoor: “Ik werd er doodongelukkig van”

“Sinds 2012 ben ik ondernemer. Dat ging steeds beter en dus leek mij de volgende logische stap om personeel aan te nemen, steeds groter te groeien. Mijn eigen kantoor werd geopend en mijn eerste werknemer nam ik in dienst. Een eigen kantoor betekent ook extra werk: ook dáár moeten de wc-rollen aangevuld worden. Daarnaast werk je ook om de huur te bekostigen. Op een kantoor heersen er bepaalde regels: elke dag moet je ‘aan staan’ en je moet je uren werken. Dat is wat de omgeving van je verwacht. Een van mijn werknemers kwam ooit later binnen, toen ik daar iets van zei kreeg ik een verwarrende blik: dat deed ik immers toch ook? Hallo, het is mijn eigen business! Er werd zó op me gelet, dat trok ik niet. Er gaat ook flink wat tijd verloren op kantoor: bakjes koffie, nodeloos overleggen, gezanik over niks. Na verloop van tijd waren er wat wissels van de wacht geweest bij mijn werknemers. Toen de laatste aangaf op wereldreis te willen, vond ik het welletjes. Ik heb het niet aan de grote klok gehangen, maar ben lekker thuis gaan werken en heb mijn kantoor gesloten. Mijn klanten merken toch geen verschil en afspraken doe ik gewoon buiten de deur. Op onze zolderkamer heb ik een werkruimte ingericht. Sinds ik thuis werk, werk ik veel effectiever en daardoor een stuk minder dan voorheen. Ik doe wat ik wil, wanneer ik wil en dat vind ik heerlijk. Soms draai ik een wasje tussendoor, waarna ik weer verder werk. Daar moet je discipline voor hebben, maar ik kan me geen betere werksituatie wensen.”

Lotty (51) hield het een half jaartje vol: “Na een week zat ik al met een koptelefoon op”

“Ik werk al negen jaar als freelance tekstschrijver. Dat deed ik vanuit huis en dat ging eigenlijk altijd goed. Ik had altijd iemand met wie ik elke dag een rondje ging wandelen. Toen dat door omstandigheden een tijdje niet door kon gaan, merkte ik dat ik op een gegeven moment mijn dagelijkse aanspraak miste, zat ook niet lekker in mijn vel. Dat eenzame gevoel kende ik helemaal niet! Ik besloot een vriend te bellen die regelmatig op flexplekken kwam, misschien wist hij iets. Dat deed ik wel een beetje met tegenzin, maar er móest iets veranderen. Een paar dagen later belde hij me op: hij had een prachtig kantoor in het centrum van Breda gevonden. Hoge plafonds, lange gangen, zo’n statig pand, écht gaaf. Ik deelde het kantoor met een groep mensen uit de creatieve sector. Een lik verf, nieuw tapijt - met z’n allen knapten we de plek op. Maar wat klonk het hol! En dat terwijl ik helemaal niet goed tegen omgevingsgeluiden kan. Ik was mijn eigen rituelen van thuis gewend. Moest er ineens een laptop mee, een muis, een thermosfles. Ik werd er onrustig van. Op kantoor zelf kon ik ook geen rust vinden, als er collega’s naast me gingen bellen bijvoorbeeld. Na een paar dagen zat ik met een koptelefoon om me af te sluiten van alles wat er om me heen gebeurde. Toen besefte ik me dat dit niet de bedoeling kon zijn. Ik wilde niet meteen de handdoek in de ring gooien, uiteindelijk heb ik het nog een half jaar krampachtig volgehouden. Toen er iemand geïnteresseerd was om mijn werkplek over te nemen, sprong ik een gat in de lucht. Wat een opluchting! Thuis werk ik veel efficiënter. Geen urenlange lunches tussendoor of ‘even gezellig een latte macchiato’. Als ik de was op wil hangen, doe ik dat. Als ik door moet werken, doe ik dat. Inmiddels heb ik weer een wandelmaatje en als ik advies wil op werkgebied, bel ik iemand voor een kop koffie.”

Yaleesa (27) heeft misofonie en ADD en werkt parttime op kantoor: “Die dichtslaande deur…”

“Achteraf had ik er mijn hele leven al last van, maar vier jaar geleden is er bij mij ADD vastgesteld. Ik ben daardoor hooggevoelig, en dan valt het niet mee om op een kantoor te werken. Toch probeer ik het drie dagen in de week, er moet immers brood op de plank. Dat valt niet mee, met al die omgevingsgeluiden. Het kantoor waar ik werk is een open kantoor, er zit wel zo’n 50 man. Er gebeurt dus altijd wel iets: mensen worden gebeld, iemand eet iets. En dan de deur, die slaat soms zo hard dicht. Ik kijk dan om me heen of niemand anders daar ook last van heeft, maar het lijkt erop dat ik de enige ben. Soms zou ik er best over willen beginnen tegen mijn leidinggevende, of er niet iets te doen is aan die deur. Maar dan ben ik bang dat ze me niet begrijpen, dat ze me een zeur vinden, en dan laat ik het maar. Ook de heen- en terugreis, een uur met de bus en trein, put me behoorlijk uit. Als ik ’s avonds thuiskom ben ik op. Dan denk ik soms: ik moet morgen weer… Ik ben inmiddels zelf een bedrijfje gestart. Uiteindelijk hoop ik dat ik mijn eigen kantoor kan realiseren: een plek waar ik in alle rust mijn werk kan doen en me terug kan trekken. Thuiswerken lijkt me een beetje saai: ik vind de aanspraak van anderen belangrijk.”

*Marloes is een gefingeerde naam.