Lyka (26) heeft PTSS: 'Ik geloofde jarenlang dat ik mijn broer had vermoord'

Psyche & spiritualiteit door Sascha

Na een schokkende gebeurtenis in je leven kun je te maken krijgen met kortdurende stressklachten. Maar niet voor iedereen zijn deze klachten van korte duur. Lyka (26) ontwikkelde een posttraumatische stressstoornis (PTSS) na een heleboel narigheid in haar leven. “De gebeurtenissen van jaren geleden staan nog steeds op mijn netvlies gebrand.”

Lees ook: Patricia's dochter had anorexia en nam haar eigen leven

Zelfmoord van broer

“Toen ik zes jaar was pleegde mijn 19-jarige broer zelfmoord. De avond voor zijn overlijden klaagde ik bij mijn ouders over de veel te harde muziek die uit zijn kamer galmde. Mijn broer kreeg ruzie met mijn ouders, liep de deur uit en is nooit meer teruggekomen. De volgende ochtend, toen de politie aan de deur stond en aan mijn moeder de mededeling deed dat mijn broer gevonden was, dacht ik vanuit mijn kinderlijke beleving gelijk: 'het is mijn schuld, ik heb mijn broer vermoord.' En zo ook: 'Moordenaars zijn slechte mensen en slechte mensen horen in de gevangenis.'. Uit angst dat ik naar de gevangenis zou moeten, moest ik van mezelf geheimhouden dat het mijn schuld was.”

“Mijn ouders hadden het ontzettend moeilijk en uit schuldgevoel probeerde ik de perfecte dochter voor hen te zijn. Als ze maar geen last van mij hadden. Zo leerde ik mezelf onzichtbaar te maken. Ik was een stil, teruggetrokken, verlegen en op momenten een ietwat somber kind. Ik had huilbuien zonder directe aanleiding en voelde me vaak verdrietig. Vlak na het overlijden van mijn broer was ik kort in behandeling bij een kinderpsychiater. De juf op school maakte zich zorgen. Ik zat in groep 2, speelde niet meer met klasgenootjes en maakte veel tekeningen over het graf van mijn broer. Gelukkig ging het gaandeweg iets beter. Ik maakte wat meer contact, al bleef ik veel op mezelf en bleef ik de rest van mijn basisschooltijd last houden van concentratieproblemen.”

Huilbuien

“Pas als tiener merkte ik dat er iets aan de hand was met mij. Ik voelde me als kind altijd al wel anders dan anderen, maar nadat ik in de tweede klas bij Nederlands een stencil kreeg met het alfabet in gebarentaal (mijn broer was voor 80% doof), barstte ik ineens in tranen uit. Ik schrok er zelf van, en ik bleek niet de enige. Ik kon niet stoppen met huilen en ongerust werd de mentrix erbij gehaald. Voor het eerst sprak ik uit aan iemand, mijn mentrix, dat het overlijden van mijn broer mijn schuld was. Zij probeerde me in te laten zien dat zoiets nooit de schuld kan zijn van een 6-jarig meisje, maar ik was niet te overtuigen. Sindsdien bleef ik regelmatig huilbuien krijgen op school. Ook werd ik somberder en begon ik tekenen van een depressie te vertonen. Omdat mijn mentrix tevens vertrouwenspersoon was, verwees zij mij uiteindelijk door naar de GGZ waar ik wekelijks gesprekken had.”

Beter dood

“Niet lang daarna werd er bij mijn moeder melanoom geconstateerd: een agressieve vorm van huidkanker. De kwaadaardige moedervlek werd weggesneden, maar helaas bleef het terugkomen. Na een periode van meerdere malen de kleine tumoren wegsnijden, bleek uiteindelijk dat de huidkanker was uitgezaaid in haar lymfeklieren en daarmee verder in haar lichaam. Haar ziekbed was een turbulente tijd. Met mijn ouders had ik nooit een hechte band gehad. We waren alle drie nogal afstandelijk. Misschien wel door het verlies van hun zoon en mijn broer. Achteraf gezien ben ik waarschijnlijk zoals ze dat noemen 'onveilig gehecht' en heb ik last van hechtingsproblematiek. Door hun eigen moeilijke jeugd zijn ook onveilig gehecht. Het hielp verder niet dat mijn moeder mij vaak liet horen dat mijn broer wel altijd iets deed als ik dat niet deed, zoals: “Angelo ruimde wel altijd zijn kamer op zonder dat ik het hoefde te vragen.” of “Angelo hielp wel altijd mee in het huishouden”. Ik kreeg het gevoel dat ík beter dood had kunnen gaan in plaats van mijn broer en kreeg zelf ook last van suïcidale gedachten.”

“Ik was inmiddels 16 jaar en had nog steeds gesprekken bij de GGZ. Toen ik daadwerkelijk plannen kreeg om een einde aan mijn leven te maken, kreeg ik een crisisopname. Er werd me voorgelegd dat als ik niet vrijwillig opgenomen wilde worden, het gedwongen zou moeten. Al gauw mocht ik weer naar huis, want in de kliniek ging het goed met me. Er werd geconstateerd dat de thuissituatie te beladen en te heftig was en dat ik beter tijdelijk bij familie kon logeren. Mijn moeder lag in een ziekenhuisbed in de woonkamer en wanneer ik er was probeerde ik haar zo goed mogelijk te helpen. Helaas lukte dat niet altijd. Ik had officieel de diagnose depressie gekregen en had het erg zwaar. School en met name het schooltoneel was voor mij een uitlaatklep en fijne afleiding, mijn houvast. Maar mijn moeder kreeg het gevoel dat ik vaker op school was dan bij haar thuis en verweet me dat ik er te weinig voor haar was. Zowel in praktische als emotionele zin. Later bleek dat zij mijn vader ook dit soort verwijten maakte, omdat hij nog steeds voltijd moest blijven werken om ons te kunnen onderhouden.”

“Op mijn zeventiende overleed mijn moeder uiteindelijk door uitzaaiingen in haar longen. Ze bleek mij een dagboek te hebben nagelaten, hier bleken echter nog meer verwijten naar mij en mijn vader in te staan. Nog steeds was ik in behandeling bij de GGZ, maar kreeg nu meer specialistische hulp in de vorm van psychotherapie. Met een nieuwe therapeute. Zij bleek toevallig gespecialiseerd te zijn in traumaverwerking en het viel haar gelijk op dat ik symptomen van een posttraumatische-stressstoornis vertoonde. Ik rook namelijk soms een ziekenhuisgeur op de meeste gekke plekken, zoals een schoenenwinkel of tijdens een boswandeling. Ook zag ik op school ineens de gang van het ziekenhuis vanuit het klaslokaal, in plaats van de gang van school. Soms herbeleefde ik dat ik door het ziekenhuis rende en in de ziekenhuiskamer mijn moeder levenloos aantrof.”

Traumabehandeling

“Ik kreeg een traumabehandeling, genaamd EMDR, en toen door die behandeling andere beelden naar voren kwamen, zoals van het overlijden van mijn broer en andere momenten met betrekking tot het ziekbed van mijn moeder, bleek dat ik complexe PTSS heb. De trauma's zijn in elkaar verweven en dat maakt het lastig te behandelen omdat ze elkaar triggeren. Desondanks hielp de EMDR om de beelden minder heftig te maken en van de nachtmerries af te komen. Ik ben nu bijna 27 jaar en heb zo nu en dan nog steeds nachtmerries met betrekking tot mijn moeder. Gelukkig wel nog maar zo'n vijf keer in het jaar. Ook heb ik soms nog herbelevingen, maar vaak alleen als ik daadwerkelijk een ziekenhuis bezoek of als ik een ambulance met zwaailichten en sirenes zie en hoor. Gelukkig heb ik bij ambulances alleen nog vooral een lichamelijke schrikreactie.”

PTSS

“Toen ik hoorde dat ik PTSS had kon ik me dat eerst niet voorstellen. Ik las over PTSS dat vooral mensen die een oorlog of ongeval hebben meegemaakt, politieagenten en mensen die seksueel misbruik of mishandeling hebben meegemaakt de diagnose krijgen. Hoezo had ik dan PTSS? Ik had helemaal niet zoiets heftigs meemaakt, maar 'alleen maar' dierbaren verloren. Pas geleden las ik een artikel waaruit bleek dat toch een groot aantal mensen die in hun directe omgeving met kanker te maken hebben gehad, aan dit ziekteproces PTSS kunnen overhouden. Ook legde mijn therapeute uit dat ik tijdens het overlijden van mijn broer en moeder er alleen voor stond. Er was niemand die mij in die situaties steunde en doordat ik mij zó alleen en machteloos heb gevoeld, is dit traumatisch geweest. Ik kon het allemaal niet behappen.”

“Op het moment ben ik bijna klaar met mijn opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Ik merk vaak dat mijn ervaring in de GGZ en met PTSS mij van pas komt. Na mijn stage ga ik waarschijnlijk zelf weer EMDR krijgen zodat ook mijn huidige klachten weer minder zullen worden. Wanneer ik een moeilijke periode heb met bijvoorbeeld veel stress, worden de PTSS- (en depressieve-) klachten namelijk altijd erger. Ik heb inmiddels ook een eigen blog waar ik voornamelijk schrijf over het psychisch ziek zijn. Niet omdat het nou zo'n gezellig onderwerp is, maar het wordt tijd dat het taboe doorbroken wordt. Ik ga ervanuit dat ik er misschien nooit helemaal vanaf ga komen, maar het zou fijn zijn als het dankzij de EMDR draaglijk wordt en blijft.”

Voor meer informatie over PTSS kun je een kijkje nemen op de website van MIND. Wil je (anoniem) praten over jouw ervaringen met PTSS, dan is bellen, mailen, chatten of whatsappen een goede optie via de website van Korrelatie.

Zie je het leven niet meer zitten? Of maak je je zorgen over een ander? Bel 0900-0113 of chat via 113.nl. Anoniem, gratis en 24/7. 

Lees ook: Sonja (34): ‘Ik ging in gesprek met de partner van mijn verkrachter’