Negers en spleetogen

De maatschappij door Zita
Het lijkt me soms zo heerlijk om te zeggen: 'Het was die Turk!' of 'Wat een ontzettende kaaskop!' Niet omdat ik daadwerkelijk achter de diepere gedachtegang achter de uitspraken sta, gewoon omdat het zo lekker van je tong rolt.

Maar ik kan geen van allen zeggen zonder iemand in mijn  directe omgeving daarmee te kwetsen. Mijn levenspartner is een Turk, mijn vader is een neger (deze benaming wordt overigens bij henzelf niet zo gewaardeerd) en mijn moeder is een heuse kaaskop. Een smakenbom van cultuur, kleur en afkomsten. En ik? Ik ben van alles een beetje.

Dat ook ik word beoordeeld op mijn uiterlijk is niets nieuws voor mij. Heb ik een keer de stijltang in de kast laten liggen, dan houden ze me bij de Hennes net iets meer in de gaten dan wanneer ik mijn secretaresseknot heb opgestoken. Sommige mensen denken dat ik ontzettend traag van begrip ben of de taal niet goed begrijp, en herkauwen iedere uitspraak met dubbele betekenis voor me. Hier kan ik om lachen, maar het is niet altijd even grappig.


Luie buitenlanders

Mijn vriend is een Turk en men zegt dat ik op een Marokkaan lijk. En laten we eerlijk zijn, deze twee afkomsten staan gemiddeld niet heel hoog op de waarderingslijst in Nederland. Samen zaten we in de wachtkamer terwijl we werden geamuseerd door het geluid van een boor. Met oude tijdschriften en simpele puzzels wachtten we, tot één van ons weer die horrorkamer binnen mocht treden. Tegenover ons zat een koppel op leeftijd.

Dat de man ons al tien minuten, zonder pauze zat aan te staren was niet zo verrassend voor ons. Maar dat hij daarna begon te vertellen dat 'wij buitenlanders eens van onze luie reet moeten komen en werk moeten gaan zoeken', deed ook onze oren klapperen. Want wij zouden volgens meneer, met zijn afschuwelijk lelijke, groene stropdas, hier in Nederland komen om te profiteren van de voordelen en luxe die Nederland biedt. Ik voelde me vanbinnen kwaad worden en ook bij mijn vriend zag ik zijn agressiezenuw trillen. Maar we hielden beiden onze mond, knikten, persten er een wat gemeen lachje uit en gingen op de gang staan wachten.


Importbruid

De tandarts droeg van die schoenen met houten zool, zo één uit het jaar nul. Ik hoorde hem dichterbij de deur komen, welke langzaam open werd gedaan, waarna we samen de praktijk binnenliepen en op het bankje gingen zitten. In de stoel achter de computer zat een kleine vrouw met lang zwart haar. Nog nooit eerder gezien. Ze draaide zich om en twee sprankelende spleetoogjes groette ons. "Oe heb ik nog niet gezien", sprak ze. "Iek ben de flouw van uw tandarts en sinds kort zijn assistente. Mag ik oew gegevens noteren?" Nadat ze zich weer had omgedraaid tikten mijn vriend en ik elkaar aan. "Importbruid", zeiden we heel zacht in koor.

We kunnen er niet omheen dat we met z'n allen een tikje bevooroordeeld zijn, graag iedereen voor het gemak over één kam scheren en dat niet iedereen het verschil tussen discriminatie en racisme weet te vertellen. Ik denk dat iedereen terecht of onterecht weleens te snel zijn of haar oordeel klaar heeft over bepaalde groepen mensen. Zelfs ik, zo multicultureel als het maar zijn kan, betrap mezelf er nog weleens op.

Hoe denk jij over jezelf wat dat betreft? Heb je jezelf weleens bevooroordeeld gevoeld?