8 opmerkingen waar je lover hard van wegrent

Relaties door Fleur
We zeggen allemaal weleens iets dat niet zo handig is, maar soms gaat het wel erg ver. Zo ver, dat zelfs je geliefde ‘m echt smeert. 8 dingen die je beter niet tegen hem kunt zeggen. Als je wilt dat je lover je lover blijft, dan.

Oeps. Je had laatst bonje met je vriend en sindsdien heb je niks meer van hem gehoord. Ach, dat loopt waarschijnlijk wel los. Tenzij je 'm met een van onderstaande teksten hebt staan pesten.

 
1. “Ik wil voor mijn 26ste twee kinderen van je”
O no, men

. Don’t do it, don’t do it: zeggen dat je kinderen wilt en daarbij een limiet stellen. Waarom niet? Omdat hij nog buitenspeelt. Je weet wel: beetje bier drinken. Carrière maken. Kijken wat hij met die studie wil. Misschien nog een stage doen in Shanghai. En hij wil waarschijnlijk, als-ie daar over vijf(tien) jaar mee klaar is, ook nog effe checken of het werkt tussen jullie, onder één dak wonen zonder ruzie te maken over dopjes op tandpasta en ranzige remsporen. Er zit wat in. Probeer ‘m dus niet al te dwingend met een baby voor z’n oren te slaan. Voor hij straks tien centimeter ontsluiting van jou krijgt.

2. “Serieus, wat kan je wél?”

Is-ie bezig een kraantje te fiksen en gaat het niet helemaal lekker? Of staat-ie een IKEA-lattenbodem in elkaar te draaien en slaat-ie letterlijk de plank mis? We snappen dat het frustrerend kan zijn dat hij met zijn normaal zeer kundige handen niet 1,2,3 alles repareert, maar: hij staat er wel. Dus ook al monteert hij het badkamerkastje in een hoek van 60 graden en krijgt hij voor de zoveelste keer een schroef in zijn hoornvlies: adem in, adem uit, en glimlach. Hem op zijn onhandigheid wijzen is 1) niet lief, 2) niet goed voor zijn mannelijkheid, 3) dus ook niet bevorderlijk voor zijn motivatie en 4) dus al helemaal niet zo gunstig voor dat lekke kraantje.


3. “Op je broer zou ik het ook wel kunnen”

Je lover heeft een broer die zo uit een Coca Cola-reclame kan stappen. En dan doel je op die met de glazenwasser. Dat is leuk. Maar dat is het dan ook. Continu naar de afgetrainde kadetten loeren van niemand minder dan zijn broer, die hij nog altijd ‘Calimero’ noemt, is namelijk een beetje lullig. Laat staan dat je tegen je geliefde zégt wat je allemaal met de andere zoon van je schoonouders zou willen uitspoken. Nou ja, je kunt het wel doen, maar dan heb je dikke kans dat hij je tijdens zijn familiekampeerweekend in Maarheeze tot aan het houten douchegebouwtje volgt. Of dat je nooit meer op familieweekenden komt. Simpelweg omdat je geen schoonfamilie meer hebt.

4. “Om half één thuis, hooguit”

Het is heerlijk om je lover regelmatig te zien, maar af en toe een avond of wat zonder elkaar spenderen, moet kunnen. Sterker nog: dat zal hij, net als jij, ook nodig hebben. Zeggen dat je het prima vindt dat hij uitgaat als jij hem maandag tot en met vrijdag en zondag hebt, is dus nogal eh, benauwend. Hou die wens dus maar beter voor je. Tenzij je graag van hem af wilt. In dat geval moet je hem nog een tijdstip meegeven waarop hij weer – ‘en dan graag zónder aan de deur te morrelen’ – thuiskomt. Dan weet je zeker dat-ie voortaan in de borrelbus blijft zitten.


5. “Wat is je moeder toch een naar wijf”

Na haar een aantal keer te hebben ontmoet, weet je het zeker: tussen jou en zijn moeder gaat het nooit boteren. De druppel was toen ze ongevraagd een mand margrieten aan je fiets hing. Anyhow, je wilt niet meer mee als hij zijn mamaatje bezoekt, en je zult hem vertellen waarom ook. Ho, wacht effe. Stop de tijd. Hoe naar je je schoonloeder ook vindt, het is wél zijn moeder. En moeders zijn in zijn beleving de shit: ze heeft zijn overhemden gewassen, hem verzorgd toen hij zijn prakje bruine bonen in haar gezicht spuugde, ze streek over zijn haar toen hij zijn eerste kater eruitgooide… Onthoud de formule: Mama + Stan = forever. Jij niet, als je lullig gaat doen over degene die 48 uur moord en brand heeft geschreeuwd om hem op de wereld te zetten.

6. “Dat deed mijn ex toch een tikkie beter”
Je bent al een tijdje met hem samen en dat is heerlijk. Hij doet alleen bepaalde dingen anders. Anders dan wie? Dan je ex. Zo kietelt hij je nooit zo lekker op je rug en mist-ie in bed altijd dat ene plekje. Voor je dit de boyfriend in het kader ‘liefde is een leerproces’ meedeelt: doe maar niet. Vergelijken met andere mannen is al een no go, maar van het idee dat hij een wedstrijd met Kevin moet voeren, krijgt-ie al helemaal een slappe piemel.


7. “Hoezo, ‘met condoom’? Ik heb maar één keer chlamydia gehad, hoor”

Toen je vrijgezel was, heb je flink de bloemetjes buiten gezet. En zijn er ook wat onaangename soa-zaadjes bij jou geplant. Gelukkig is dat verholpen (en zo niet: ya know what to do) en dus verwacht je zonder rubbers met je vriend naar bed te kunnen. Daar denkt hij alleen heel anders over. Hoe je daar ook op reageert: laat je allang bestreden schaamluis achterwege. Hem ervan overtuigen dat je echt niet zo’n slet bent omdat je maar één keer met wat partypoliepen down under bij de GGD zat, zal hem eerder nog sneller naar alle mogelijke voorbehoedsmiddelen doen grijpen.

8. “Meneer”

Waaraan je kunt merken dat je toch niet zo blij met hem bent? Als je hem meneer gaat noemen. Het is echt zo, want heb je dat woord ooit in een positieve context voor hem gebruikt? “Meneer heeft weer hele lekkere macaroni voor me gemaakt.” Klopt niet hè? Eerder zeg je: “Meneer moest weer zo laat met blubberpoten van de regen het huis binnen banjeren.” Zodra je zijn naam verwisselt voor meneer, is het einde zoek. En terecht: wie vindt dat leuk? Mevrouw in ieder geval niet, toch?

Waarvan zou jouw lover gillend wegrennen?