Somebody Els: Wie mooi wil zijn?

Haar door Els
“Lig je goed?”, vraagt de kapster. Nee, denk ik. Ik lig met mijn hoofd achterover in zo'n oncomfortabele stenen wasbak. Ik begrijp niet dat er vrouwen zijn die een wasbeurt bij de kapper ontspannend vinden. Mijn nek doet zeer.
 
“Ja hoor”, lieg ik. Zij kan er tenslotte ook niets aan doen. “Fijn zo”, zegt ze en ze begint mijn haren uit te spoelen. Normaal gesproken was ik mijn haren altijd thuis, maar ik heb dit keer eens flink uitgepakt: ik heb een nieuw kapsel laten aanmeten, en ik heb mijn haren laten verven! Of eigenlijk een stuk minder indrukwekkend: ik heb 'highlights' laten zetten. De vorm die het minst schadelijk is voor mijn haar. Waarschijnlijk valt het dus niemand écht op. Maar mij wel, en dat is het hele idee. Hoe dan ook, die wasbeurt is een noodzakelijk kwaad.


Spoelen, spoelen en nog eens... spoelen
Als mijn haar is uitgespoeld pakt de kapster een shampoo. Ze masseert mijn hoofdhuid. Dat zou aangenaam moeten voelen, ware het niet dat mijn nekspieren zich steeds meer beginnen te spannen. Weer wordt mijn haar uitgespoeld. De kapster pakt een crème. En daarna nog een haarmaskertje. Als ze niet opschiet weet ik zeker dat mijn nek in de kramp schiet. Ze spoelt mijn haar een laatste keer uit en zoekt vervolgens een handdoek. Het lijkt uren te duren. O, die helse wasbak. Rustig en beheerst droogt ze mijn haar. Ondertussen meldt ze me dat de verf goed heeft 'gepakt' en dat het er erg gaaf uitziet. Nou, it better. 
 
Waarom doe ik dit ook alweer, schiet er door mijn hoofd. Ik wil mezelf meer laten zien, en echt eens bewust aandacht geven aan mezelf, en daarmee mijn looks. Tenslotte heb ik daar jarenlang niet zoveel aandacht aan besteed. Ik bedoel daarmee niet dat ik verslonsde, integendeel. Ik zag er keurig uit. Als een keurig dametje. Niets bijzonders. Maar dat laatste, dáár gaat het mij nu om. Ik ben wél bijzonder, en dat mag gezien worden. Ik wil er niet meer uitzien als een grijze muis. Dus, andere kleding, andere make-up, ander haar.
 

Inschattingsfoutje
Ik vergat alleen dat ik het helemaal niet leuk vind om naar de kapper te gaan. Inschattingsfoutje.
 
“Klaar”, zegt de kapster. Ik mag mijn hoofd, met daaraan inmiddels een vastgeroeste nek, uit de wasbak halen. Eindelijk. Ik mag plaatsnemen voor de spiegel. Mijn haar wordt geföhnd, en gestyled. 
“Ik zag wel een behoorlijk aantal grijze haren!” Ze meldt het met een lach. Ik vind het niet grappig. 
“Ik heb de highlights gebruikt om ze te maskeren, hoor”, zegt ze blij. Echt waar, ze klapt nog net niet in haar handen. 
“O, wat fijn”, lieg ik. “Goed gedaan, hoor”, lieg ik.
 
Het gezegde ‘wie mooi wil zijn, moet pijn lijden’ is op mij in alle opzichten van toepassing. Maar, eerlijk is eerlijk, ik zie er geweldig uit. Zelfverzekerd stap ik naar buiten. Met mijn nieuwe haar. Het is een subtiele verandering: kittige laagjes, een ‘spicy’ pony, en wat highlights. Maar voor mij zo belangrijk. Ja, dit past bij me. Awesome.

Lees ook de vorige columns van Els!
 

Een peuter en een konijn.
Een ex-man en een therapeut.
Vijf dagen werk in 32 uur. Kan makkelijk.
De tango en peuterballet.
 
Een appartement in een voorstad van Den Haag. 
 
Ik ben Els, ik ben 29 en zit nu al middenin het dertigersdilemma.
 
Hoe kom ik hieruit?!