5 slimme kaarttrucjes om mee indruk te maken deze feestdagen

Vrije tijd door Jennifer

Ken je het tv-programma Mindf*ck van Victor Mids? Hoe cool zou het zijn als jij ook zulke vingervlugge trucjes kan?! Nou, lees dan snel verder. Met deze kaarttrucjes maak zelfs jij indruk op je familie en vrienden. Je hebt enkel en alleen een pak kaarten nodig.

leuke kaarttrucjes met uitleg

Lees ook: 8 partytricks die je binnen een weekend kunt leren

Kaarttruc 1: Opstijgende kaart

Bij dit eerste kaarttrucje laat je een kaart opstijgen uit het kaartspel. Ja, zonder touwtjes. Hoe dan? Allereerst pak je het kaartspel vast tussen je duim en wijsvinger, waarbij je zorgt dat het publiek de voorkant ziet. Laat nu de wijsvinger van je andere hand zakken bovenop het kaartspel. Zorg dat het publiek de rest van je vingers niet ziet. Houd vervolgens stiekem je pink tegen de achterkant van het kaartspel aan. Nu komt de struggle! Je gaat namelijk de kaart laten opstijgen. Dit doe je door met je pink de achterste kaart omhoog te duwen. Houd ondertussen de wijsvinger bovenop de kaart, alsof je de kaart eruit laat zweven. Gotcha!

Kaarttruc 2: Spelen met gedachtes

Met dit kaartrucje laat je je 'slachtoffer' denken dat je zijn of haar gedachtes kan lezen. In werkelijkheid ga je ze alleen sturen! Eh, wat? Niet alleen Victor Mids en Hans Klok kunnen dit kaarttrucje, maar ook jij. Dit is wat je moet doen. Neem van tevoren een kaartspel, een envelopje, een zwarte en rode stift. Leg op tafel drie willekeurige kaarten en stop één van deze kaarten ook in het envelopje. Onthoud goed wat je doet, want anders verpest je je eigen kaarttruc. Op de envelop schrijf je aan de achterzijde ‘jij koos voor…’ en vervolgens een andere kaart, die op tafel ligt. Nu houd je één mogelijke kaart over voor je publiek. Op deze kaart zet je aan de achterkant een rood kruis. Voorbereiding klaar, tijd om iemand in de maling te nemen! Het maakt inmiddels niet meer uit welke keuze de ander maakt. Kiest iemand voor de kaart in het envelopje? Makkelijk. Laat hem of haar de inhoud van je envelop zien. Kiest diegene voor de kaart, die je op de achterkant van het envelopje schreef? Laat dan alleen de achterkant van de envelop zien! En nou ja, nu snap je ook, wat je moet doen bij de laatste mogelijke kaart.

Kaarttruc 3: Kaart in zakje?!

Voor dit kaarttrucje heb je naast een kaartspel, ook een klein plastic zakje nodig. Het beste is om een kaartspel te gebruiken van plastic. Dit is ook het meest hygiënisch, maar daar komen we zo op terug. Hoe begin je? Nou, door allereerst het plastic zakje een lik te geven, waardoor het een beetje nat is. Zorg dus dat je een nieuw, schoon zakje gebruikt. Leg het zakje nu met de natte kant naar boven op tafel met de sluiting richting de persoon. Pak het kaartspel en laat iemand een kaart kiezen. De keuze maakt in principe niet uit. Wat je nu namelijk gaat doen, is zogenaamd de gekozen kaart terug stoppen in het spel. Houd het kaartspel trouwens op je hand met de tekens naar beneden. Op het oog lijkt het vervolgens alsof je de kaart ergens halverwege schuift, maar eigenlijk leg je deze ondertussen stiekem onderop het spel. Dit is wel even een kwestie van oefenen!

Nu alles weer op elkaar ligt, laat je je kaartspel op het zakje vallen. Zelf weet je dat de onderste kaart nu vastkleeft aan het plastic zakje. Voor het leuke effect maak je de stapel nog even rommelig. Daarna pak je heel simpel het plastic zakje. Tada! Het lijkt alsof de kaart in het zakje zit. Laat het zakje nog dichterbij zien en haal nu de kaart eruit. Of nou ja… ga met je vingers in het zakje, terwijl je je duim op de achterkant van je kaart houdt. Houd met je andere hand het plastic zakje vast aan de onderkant en schuif voorzichtig de kaart ‘eruit’. Vergeet achteraf de kaart niet even schoon te vegen, hè?

Kaarttruc 4: Kaartenwissel

Dit is misschien wel de meest sneaky one van alle kaarttrucjes in dit rijtje. Je gaat nu namelijk zogenaamd twee kaarten uit je kaartspel trekken, die je op voorhand random ertussen schoof. Het is ‘zogenaamd’, want tja, het is natuurlijk een kaarttrucje. Wat moet je doen? Je neemt het kaartspel en pakt van tevoren de harten vijf en ruiten zes eruit, maar ook de ruiten vijf en harten zes. Dit zijn twee verschillende combinaties, maar in dezelfde rode kleur. Hierdoor zie je amper verschil tussen de kaartduo’s. Van tevoren zet je de ruiten vijf bovenaan je kaartspel en de harten zes onderop. Wanneer je voor je publiek staat, houd je de ruiten zes en harten vijf zichtbaar omhoog. Zorg dat de ruiten zes voor je publiek links zit en de harten vijf rechts. Schuif ze vervolgens ergens in het kaartspel. Houd daarna het kaartspel stevig tussen je vingers. Oefen echt druk uit op het spel. Doe je dat? Beweeg dan je hand iets opzij, waardoor de kaarten naar je andere hand vliegen. Nou ja, alle kaarten… op de twee rode kaarten na!

Kaarttruc 5: Goochelen met azen

Tot slot een van onze favoriete kaarttrucjes: hoe haal je uit het niets vier azen tevoorschijn? Nou, het vergt wel oefening en goed nadenkwerk. Van tevoren leg je alvast vier azen bovenop je kaartspel. Nu ga je het spel schudden, maar wel op een typische goochelwijze. Je maakt twee stapeltjes van je kaartspel en houdt ze tegen elkaar aan. De tekens staan naar onderen en zorg dat je goed weet waar de azen zitten. Laat ze in elkaar vallen, maar pas dus op! De azen mogen natuurlijk niet mee schudden. Deze blijven bovenop je kaartspel liggen.

Leg het kaartspel op tafel en haal een klein stapeltje eraf. Leg dit rechts van het kaartspel. Daarna haal je weer een stapeltje eraf, maar nu dus van het tweede stapeltje. Weer leg je het rechts. De azen liggen nu op de meest rechtse stapel. Pak nu vervolgens een klein stapeltje van je eerste stapel en leg dit links neer. Je hebt nu vier stapels. Neem stapel 1 en pak drie kaarten. Verplaats deze naar onderen en plaats daarna op de overige stapels steeds één kaart. Deze pak je van bovenaf. Met stapel 2 doe je exact hetzelfde. Drie kaarten naar onderen en weer drie kaarten wegleggen op elk overige stapeltje. Stapel 3 idem dito. Drie kaarten naar onderen en ook nu leg je drie kaarten weg op de andere stapeltjes. Als je nu bij stapel 4 nogmaals hetzelfde doet, nou, je raadt het al. Je houdt dan uiteindelijk de vier azen over, waarvan je drie weglegt op de andere stapels. Om af te sluiten met je laatste stapel, door de laatste aas – deze ligt bovenop – om te draaien.

Lees ook: Kaartje leggen: zo werken tarotkaarten