Wijze woorden en gelukskoekjes

Lifestyle door Redactie Ze.nl

Die dingen waren namelijk niet te vreten. Wat er in verborgen zat vonden we vooral van belang; de wijze spreuken.

Zo ook op de avond dat we, gehuld in zwarte panty's, korte rokjes, lagen make-up en hoge laarzen, op het punt stonden de deur uit te gaan, op weg naar de plek waar we iedere week de boel onveilig maakten met het naar binnen gieten van bessenjenever en onze favoriete shooters. Gretig maakten we ieder een koekje open, nieuwsgierig als we waren naar wat voor geluk ons die avond nu weer te wachten stond. Als de tekst ons niet zou bevallen, valsspeelsters die we waren, pelden we gewoon nog een koekje open. 'Optimisme en enthousiasme maken het leven de moeite waard' stond er op het ene briefje. 'Uw gezelschap wordt op prijs gesteld' stond er op het andere. Onze harten maakten een giechelend sprongetje, want dat zou veel goeds beloven.

Vol goede moed en, uiteraard, met veel enthousiasme en een positieve instelling kwamen we niet veel later dartelend onze stamkroeg binnen. Echter, de avond verliep niet zo gezellig en smetteloos als we gehoopt hadden. De avond verliep gewoontjes. Saai, geesteloos en druilerig, in vergelijking met de topavonden die we reeds eerder hadden beleefd. Althans, dat leek zo, en dat was wellicht juist wel te wijten aan onze allesoverheersende, haast overdreven goedgemutstheid: hoe vrolijker wij ons gedroegen, hoe chagrijniger onze omgeving leek te zijn. Waar was in die tijd 'de wet van aantrekkingskracht'? Desondanks bleven we, nog altijd hoopvol, lallend met een driedubbele tong, onderwijl stiekem speurend naar dronken prinsen op witte paarden die niet in ons geïnteresseerd leken te zijn, tot aan het einde van de avond. Tot de lichten aansprongen die onze verlopen gezichten verraadden.

Terwijl ik nog druk in gesprek was met de eigenaar, had Judith intussen wel genoeg gezien. Ze probeerde me mee te slepen en vroeg of we konden gaan, waarop mijn gesprekspartner haar een liefdevolle schop onder haar kont gaf en haar zo letterlijk zijn kroeg uit bonjourde. 'Nou, mijn gezelschap wordt zéér op prijs gesteld!' lalde ze cynisch met een schaterlach waarmee ze een lichte teleurstelling trachtte te onderdrukken.

De volgende ochtend, of beter gezegd: middag, zaten we met z'n tweeën, laveloos en knallende koppijn, knot in het haar en bril op onze make-uploze neus, bankhangend onder een paar oude dekens voor de tv. Terwijl we gezellig napraatten over het verloop van de vorige avond onderbrak ze ons gesprek plotseling met een enigszins serieuze vraag: 'Von, vind je het eigenlijk wel leuk dat ik er ben?'
'Nou ja zeg,' antwoordde ik verbaasd, 'wat is dat voor een rare vraag! Natuurlijk vind ik het leuk dat je er bent.'
'Maar vind je het écht leuk dat ik er ben?' herhaalde ze.
'Jaahaa, uiteraard! Ik vind het elke week leuk dat je er bent! Hoezo? Waarom vraag je dat?'
'Ooh! Nu snap ik het! Dan ben jíj degene die mijn gezelschap zeer op prijs stelt!' schetterde ze opgelucht en we gierden van het lachen.

Sindsdien zijn er nog slechts twee dingen waar we heilig in geloven. Onvoorwaardelijke zusterliefde en een andere wijze spreuk: life is what you make of it.