Deel 4 voorpublicatie 'Countdown'

Vrije tijd door Redactie Ze.nl
> Eva
Een gebroken nek, een dwarslaesie – ik moet er niet aan denken.
> Kira tegen Eva
Papa... wilde me mee naar de dokter slepen. Soms is hij erger dan jij...
> Kira tegen Eva
... maar New York zou gewoon hartstikke vet zijn!

‘Wat pak je allemaal in? We gaan maar vijf dagen,’ moppert Dirk.
‘Ja, ik weet het,’ antwoord ik en pak de resterende kleurige kussenhoezen en kaarsen in. Vreemd genoeg sleep ik altijd allerlei spullen mee naar Spanje, hoewel ik de winkels daar goed ken en er sinds kort zelfs een Zara Homewoonwinkel in de buurt is. Dirk haat het om spullen mee te sjouwen, want dat betekent dat we bagage moeten inchecken en na aankomst op onze tassen moeten wachten. Hij kan toch al niet wachten tot we er eindelijk zijn, want hij heeft al verschillende keren met de plaatselijke Vespadealer gebeld en enthousiast vastgesteld dat de door hem gewenste scooter voorradig is.

We zitten op de eerste rij van het Transaviavliegtuig. Kira leest haar boek, Dirk bladert in een krant en ik word moe. Op de een of andere manier werkt het gebrom van de motoren als een slaaptablet en ik mis de helft van de vlucht en word met een droge keel en
een stijve nek wakker.
‘Je hebt gesnurkt,’ grijnst Dirk.
‘Hard?’
‘Nee,’ zegt Kira, die zoals altijd bij het raam zit en op haar iPod naar een film kijkt.‘Maar je maakte rare borrelende geluiden.’
‘Hoe kon jij dat horen?’
‘Papa heeft me aangestoten en toen heb ik mijn oordopjes even uitgedaan,’ zegt Kira droog.

Drie uur later zijn we in ons huis. Kira en Dirk vertrekken meteen weer omdat ze de scooter willen bekijken.
‘Wat vind je van een zwarte scooter met een beige zitting?’ roept Dirk even later ongeduldig door de telefoon.
‘Mama, hij ziet er hartstikke cool uit!’ hoor ik Kira op de achtergrond toevoegen.
‘En het is een LX 50,’ zegt Dirk veelbetekenend, alsof ik dan meteen weet waarover het gaat.
‘Fantastisch,’ antwoord ik automatisch.‘De kleur lijkt me prima, maar jullie moeten hem mooi vinden. Ik ga er niet op rijden. Wanneer krijg je hem?’
‘Morgen in de loop van de dag.’

Ik hang op en begin de tomaten in vieren te snijden, want we eten tomatensoep en sardines. Het duurt niet lang voordat Dirk en Kira terug zijn.
‘Papa heeft me beloofd om met me te oefenen,’ zegt Kira stralend.
‘Jij kunt ook een proefrit maken,’ zegt Dirk tegen me terwijl hij controleert of de sardines goed op de barbecue liggen. Ik wijd me aan de soep, doe de gekookte tomaten samen met mozzarella en vers basilicum in de blender en zet hem aan. Hmm, wat ruikt dat heerlijk! Dirk drinkt bier, giet er af en toe iets van over de sardines en Kira dekt de tafel. Ik vul de wijnglazen met ijskoude witte wijn en luister naar Kira en Dirk, die alweer over de scooter praten.

*

‘Kom nou!’ roept Kira ongeduldig. Het is net na tienen en Kira en Dirk willen de scooter ophalen. De veroorzaker van de koortsachtige haast was de dealer die een kwartier geleden belde. Nauwelijks had hij de magische woorden ‘de scooter staat klaar’ uitgesproken, of Kira en Dirk begonnen allebei rond te rennen. Dirk, die normaal gesproken geen ochtendmens is, fluit vrolijk terwijl hij een kop koffie drinkt en Kira, die ’s ochtends graag treuzelt, is binnen tien minuten aangekleed.
‘Schiet nou op!’ roept ze omdat ik me helemaal niet druk maak. Ik doe expres nog wat langzamer.
‘Mama! Je bent gemeen!’

Tien minuten later zijn we in het stadje. Een parkeerplaats vinden is hier net zo zeldzaam als een hoofdprijs in de lotto winnen. Kira en Dirk stappen alvast ongeduldig uit. Ik zoek verder.
‘Cool, vind je niet?’ straalt Kira als ik de winkel in kom.
‘Ja, voor zover een scooter er cool uit kan zien.’ De chromen spiegels glimmen en de zwarte lak is zo gepoetst dat je je erin kunt spiegelen. Hij ziet er fantastisch uit. Dan is het eindelijk zo ver, de sleutel wordt in het contactslot gestoken, de scooter wordt gestart en Dirk rijdt zijn nieuwe speeltje de winkel uit.
‘Jij kunt vast vooruitgaan,’ zegt Dirk terwijl hij zijn helm opzet. ‘Wij gaan nog een stukje rijden.’
‘Goed, doe dat. Ik ga boodschappen doen.’
Ik heb net de boodschappen opgeborgen en ben met een boek in de zon gaan liggen, als er wordt gebeld.
‘Hij rijdt goed, alleen nog een beetje sloom, maar dat komt nog wel,’ zegt Dirk. Hij blijft voor de inrit staan en legt Kira alle functies uit. Mijn dochter gaat op de scooter zitten en rijdt weg. Ze draait de tweewieler steeds zekerder, durft telkens meer en voelt zich duidelijk in haar element.
‘Kun je een acht rijden?’ roept Dirk.

Zonder te antwoorden geeft ze gas. Ik blijf nog even kijken en ga dan naar het terras. Gewapend met de tuinslang bind ik de strijd aan met spinnenwebben, bladeren en ongedierte. Ik sproei, schrob en boen vol overtuiging, tot er plotseling een merkwaardig ‘maaamaaaa!’ klinkt.
‘Verdomme! Dat kan toch niet waar zijn! Hoe kun je zo stom zijn! Die is total loss!’ brult Dirk.

Gealarmeerd ren ik op blote voeten over de weg. Het grondstuk naast dat van ons is niet bebouwd en is een regelrechte wildernis. Kira staat spierwit op de stoep en kijkt naar beneden. Als ik bij haar ben, zie ik Dirk drie meter lager in de struiken staan. Hij probeert de scooter uit de tentakels van een stekelige plant te bevrijden terwijl hij nog steeds vloekt.

Ik krijg het warm en koud tegelijk, mijn maag trekt samen en mijn hartslag versnelt. Is Kira met die stomme scooter naar beneden gereden?
‘Ben je daarin...?’ vraag ik zachtjes en pak haar hand vast.
Ze knikt.
‘Hoe...? O, lieverd van me,’ stamel ik opgewonden, ‘heb je ergens pijn? Moeten we naar de dokter?’
‘Nee,’ zegt ze zachtjes terwijl ik mijn armen om haar heen sla. ‘Ik heb niets.’
‘Weet je zeker dat er niets met je is?’ Ik trek haar nog steviger tegen me aan.
‘Ja, maar als je me zo blijft platdrukken, heb ik straks allemaal blauwe plekken,’ antwoordt Kira en ze probeert te glimlachen.
Ik laat haar aarzelend los. Wat had er allemaal kunnen gebeuren? Een gebroken nek, een dwarslaesie – ik moet er niet aan denken.
‘Mama, ik heb overal jeuk en...’
‘Hoe is het gebeurd?’ vraag ik en bekijk haar rode huid.
‘Ik weet het niet,’ zegt ze aarzelend. ‘Ik wilde achteruitrijden en heb tegelijkertijd gas gegeven en ineens lag ik beneden. En ik heb overal jeuk! Alsof ik in de brandnetels ben gevallen.’
‘Dat zou best kunnen,’ zeg ik terwijl ik naar de stekelige struiken onder ons kijk.‘Zal ik met je mee naar huis gaan?’
‘Nee, dat is niet nodig.’
‘Goed, drink langzaam een glas water en ga onder de douche staan, daarna smeer je je dik in met Aloe Vera Lotion, dat neemt de jeukprikkel meteen weg. En als je je misselijk voelt, moet je me roepen! Ik ga papa helpen.’
‘Oké, dat doe ik.’
‘Geef me je schoenen even.’
‘Die schoenen hebben hier beneden helemaal geen nut. We hebben een kraanwagen nodig!’ roept Dirk kwaad. Hij heeft de scooter inmiddels uit de planten bevrijd.
Ik zeg niets, maar trek Kira’s All-Stars aan en klim naar beneden. Onder de planten liggen losse stenen, waarop ik onmiddellijk wegglijd.

‘Als jij trekt, duw ik, maar dan moet je de remmen loslaten en zodra ik stop, moet je ze weer induwen,’ instrueert Dirk me.
Ik trek, laat de remmen los, val bijna, druk ze snel weer in en merk dat ik gewoon niet genoeg kracht heb.
‘Ze heeft toch niets?’ wil Dirk plotseling ongerust weten.
‘Nee, anders was ik hier niet.’
We wisselen van plek en ik sta ongeveer op de plek waar Kira met de Vespa is beland. De hulst, die haar val heeft gebroken, is plat. Kira heeft meer geluk dan verstand gehad.

Na een kleine eeuwigheid en dankzij de spontane hulp van twee buren lukt het ons eindelijk. De Vespa staat weer op de weg.
‘Hoe is het met je?’ vraag ik bezorgd als ik bij Kira kom.
‘Ik voel me een beetje vreemd, maar de douche was heerlijk.’ Ze neemt een slokje cola. Dan vertelt ze nog een keer uitvoerig hoe het ongeluk is gebeurd.
‘Ik heb, net zoals papa zei, steeds achten gereden, maar bij de laatste twee heb ik een beetje te veel gas gegeven. Ik redde de bocht niet meer en ben op de stoep terechtgekomen. Papa wilde me helpen, maar ik zei tegen hem dat ik wel wist hoe het moest, en toen heb ik bij het sturen per ongeluk aan de gashendel gedraaid. Het volgende wat ik me kan herinneren is dat ik beneden lag.’ Ze huivert. ‘Mama, is de scooter nu kapot?’

‘Nee, dat geloof ik niet. Maak je daarover maar geen zorgen, maar ik vind wel dat je naar papa had moeten luisteren...’
‘Ja, maar...’
‘Nee, niets te maren. Ik kan me heel goed voorstellen hoe het is gegaan.’ Kira gedraagt zich soms alsof ze de wijsheid in pacht heeft, wil geen advies aannemen en beweert dan koppig dat ze zelf heel goed weet wat ze moet doen. Vaak genoeg loopt dat mis. Dit zal wel weer zo’n moment zijn geweest. Ik sta op en haal een dunne deken.
‘Hmm, lekker,’ zegt ze als ik de deken over haar heen leg. Ze doet haar paardenstaart strakker en slaat haar benen over elkaar. ‘Misschien moet ik er gewoon niet meer mee rijden?’
‘Wat een onzin. Als je er niet heel snel weer op gaat zitten, wordt de onzekerheid die je nu voelt alleen maar groter.’ Ik ga naast haar zitten. ‘Weet je,’ ga ik verder. ‘Ik heb jaren geleden een ongeluk met een motor gehad en sindsdien heb ik alle tweewielers gemeden. Ik heb tijdens een rijles alles verkeerd gedaan wat je verkeerd kunt doen en ben op een kruising onderuitgegaan.’
‘Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’
‘Ik schatte de situatie verkeerd in en gaf gas, schakelde en remde tegelijkertijd terwijl ik ook nog probeerde te sturen. Dat was te veel van het goede en ik belandde op de grond. Behoorlijk stom, het gevaarte lag op mijn been, de motor liep nog, er druppelde benzine uit en ik zag al voor me dat hij in vlammen zou opgaan.’
‘Wat heb je toen gedaan?’
‘De instructeur heeft me geholpen en de motor van mijn been getild.’
‘En toen heb je nooit meer gereden?’ vraagt Kira.
‘Jawel, ik ben er meteen weer op gaan zitten. Maar daarna wilde ik niet meer. Dat was een grote fout, want sindsdien ben ik bang.’
‘Jij vindt dus dat ik meteen weer moet gaan rijden?’
‘In de komende dagen, ja.’
‘Oké. Ik zal erover nadenken.’

Ik loop naar Dirk, die de scooter inmiddels de oprit op duwt.
‘Ik heb me zeker als een enorme klootzak gedragen?’ Hij kijkt me onzeker aan.
‘Ja, zo kun je het gerust formuleren. Hoe kun je alleen vanwege een stomme scooter zo’n heisa maken en je niet om je dochter bekommeren!’
‘Ze was sneller naar boven geklommen dan ik naar beneden kon komen. Ik heb er helemaal niet aan gedacht dat ze iets kon hebben. En ze stond trouwens rechtop op de stoep,’ verdedigt hij zichzelf.
‘Ja, en? Heb je wel eens van een shock gehoord?’
‘Het spijt me echt heel erg.’
‘Dat moet je tegen haar zeggen, niet tegen mij.’

Dirk gaat naar Kira toe en ik bekijk de schade aan de scooter. De spiegels zijn kapot, de koffer en de linkerkant zijn bedekt met krassen en behoorlijk ingedeukt. Als ik ook op het terras kom, zit Dirk naast Kira. Ze is in slaap gevallen. Nadenkend streelt hij haar haren. Ik lach vertederd, haal twee glazen wijn, ruim nog een beetje op, ga op een van de ligstoelen naast het zwembad liggen en val prompt in slaap.

‘Papa heeft gezegd dat het hem spijt,’ zegt Kira als ik wakker word. Ze ligt naast me te zonnen.
‘Vertel eerst eens hoe het met je is. Heb je ergens pijn?’
‘Nee, ik voel me alleen een beetje in de war en ik ben nogal moe.’
‘Geen hoofdpijn of pijn in je armen of benen?’ vraag ik bezorgd door.
‘Nee, mama, echt niet. Papa heeft me net ook al aan mijn hoofd gezeurd en wilde me naar de dokter slepen. Soms is hij erger dan jij, en dat wil wat zeggen.’
‘Dat zal wel, maar vertel, wat heeft papa gezegd?’ Ik wrijf in mijn ogen.

‘Ach, je weet toch hoe hij is – een man van weinig woorden. Het spijt hem en hij heeft uitvoerig uitgelegd wat ik verkeerd heb gedaan. Maar hij deed het heel lief.’
De volgende ochtend waag ik me op het beschadigde ding, rijd een paar rondjes op de berg en probeer alles uit. Het is gemakkelijker dan ik had gedacht. Ik stop voor onze oprit.
‘Wil jij ook een rondje rijden?’ vraag ik aan Kira.
‘Ik weet het niet...’ Ze kijkt sceptisch.
‘Als ik het kan, kun jij het helemaal,’ moedig ik haar aan.
‘Ja, maar...’
‘Nee, geen gemaar. Je gaat hier gewoon een rondje rijden, maar geen acht alsjeblieft.’

Ik stap af, laat de motor lopen en wacht tot ze gaat zitten.
Ze zet de helm op en rijdt weg. Eerst langzaam en aarzelend, daarna met meer gas. Na vier rondjes stopt ze trots.
De volgende dagen gaan razendsnel voorbij. We luieren, lezen, eten heerlijke verse vis en drinken ijskoude witte wijn. Kira maakt ijverig huiswerk, want volgende week beginnen de proefwerken. Na de zomervakantie begint haar laatste schooljaar, dat wil zeggen dat ze zich in de herfst bij een aantal universiteiten moet aanmelden en daar goede cijfers voor nodig heeft.

Ik zit op het terras, nip aan een cola en denk erover na hoe de jaren zijn omgevlogen sinds Kira naar school is gegaan. Ze ging als vierjarige met haar toenmalige vriendin Leonie een jaar lang elke ochtend naar de Benediktschool, die nauwelijks vierhonderd meter van ons huis af lag. In de vakantie van het daaropvolgende jaar brandde het schoolgebouw af en moesten we naar een andere school uitkijken. Toevallig had ik een paar weken eerder een artikel over de Amerikaanse school in Wassenaar gelezen. Dirk en ik praatten er uitgebreid over, wogen de voor-en nadelen van een internationale schoolopleiding tegen elkaar af en meldden Kira daar aan. Sindsdien spreekt Kira beter Engels dan Nederlands, denkt ze mondiaal en gaat ze dolgraag op reis.
‘Mama, ik bekijk net een paar universiteiten. Kun je even komen?’ Kira ligt op een van de banken, heeft haar laptop op schoot en maakt een gewichtige indruk.

‘Zo, laat maar eens zien waar je naartoe wilt.’ Ik ga met een glas water op de andere bank zitten.
‘Ik wil in Amerika studeren!’
Mijn adem stokt in mijn keel. ‘Wat? Waarom nou uitgerekend daar?’
‘Gewoon, omdat ik denk dat het goed voor me is,’ antwoordt Kira betweterig.‘En omdat daar heel veel goede universiteiten zijn.’
‘Dat kan wel zijn, maar als je eindexamen hebt gedaan, ben je nog niet eens meerderjarig en dan laat ik je beslist niet de Atlantische Oceaan over gaan! Er zijn in Europa tenslotte ook goede universiteiten.’

Ik neem een grote slok water en vraag me af waar Dirk is. ‘Wat vind je van Engeland?’
‘Ja, daar zijn er ook een paar, maar New York zou gewoon hartstikke vet zijn!’ Kira straalt. Ik voel misselijkheid in me opkomen – uitgerekend ook nog New York!
‘Dat geloof ik meteen, maar het hoeft er niet vet te zijn, het is de bedoeling dat je er iets leert.’ Ik schrik van mijn eigen woorden. Jezus, ik klink net als mijn moeder! ‘New York loopt niet weg, daar kun je later ook nog naartoe,’ zeg ik geforceerd ontspannen.
‘Wat loopt niet weg?’ vraagt Dirk met de boormachine in zijn hand. Gaat hij nu het nieuwe schilderij in de zitkamer ophangen?

‘Kira wil in Amerika studeren,’ zeg ik.
‘Maar liefje, kijk eerst eens in Europa om je heen. In Engeland zijn een paar heel goede universiteiten,’ zegt hij.
‘Ja, maar nyu is een heel goede universiteit. En in New York heb je alle culturen heel dicht bij elkaar: Little Italy, Chinatown, Spanish Harlem. Dat is echt heel cool.’
‘Dat is misschien wel zo, Kira, maar dat moet niet de reden van je keuze zijn en je hebt toch gehoord wat je moeder daarvan vindt? Ik ben het met haar eens,’ zegt hij en daarna loopt hij het huis in.

We googelen naar Engelse universiteiten, bekijken Warwick, Bath, St. Andrews en nog veel meer op internet en ik ben dolblij dat een paar daarvan er uitnodigend, modern en nieuw uitzien en helemaal niet zo stoffig Engels. Na een uur gonst mijn hoofd van alle informatie. Kira heeft al een paar adressen opgeschreven en stelt haar top tien samen.

Op pinksterochtend vliegen we weer naar Nederland. We landen bij een stralend blauwe hemel op Schiphol en het duurt een eeuwigheid voordat we thuis zijn. Op de A44 richting Noordwijk staat bij dit strandweer natuurlijk file. Ik zit in de taxi achterin naast Kira, die al de hele tijd Greendayachtige muziek in haar oren laat dreunen, en luister naar mijn voicemail. Hanna vraagt of ik terug kan bellen, Vivianne vertelt ademloos dat ze iemand heeft leren kennen en Tom is van mening dat we absoluut weer eens samen moeten werken. Ik glimlach. Een kleine flirt kan nooit kwaad!


Lees hier deel 1 en deel 2.
Lees hier deel 3!


Countdown
Kasper, X.
~~~