Wat je moet weten als je een Rotterdammert gaat lopen daten

Single & daten door Michelle Bakker

Een man die netjes ABN praat is over het algemeen wenselijk. De meneer in kwestie komt niet alleen intelligent over, je durft ‘m sowieso mee te nemen naar je zakendiner. Maar eerlijk: soms vinden we niets leukers dan een vent die lekker Rotterdams ken lulle. Die lekkere natte t verklapt dat de beste man in kwestie een aanhanger is van het niet-lulle-maar-poetse-credo en dat niet alleen: ze hebben een woordenschat waar je stijl van achterover valt. Heb je een Rotterdammert aan de haak geslagen, dan kun je daardoor een beetje in de war raken. Want wat zegt hij nu eigenlijk? Hier een korte uitleg om je op weg te helpen door de wondere wereld van het Rotterdams. Zo moeilijk is het niet, of zoals de Rotterdammers zouden zeggen: da’s als kakken zonder douwen.

Verklaringen van mogelijke uitspraken

1. Hij zegt: “Ik ben geen bootwerker”

Hij bedoelt: dat je teveel eten voor hem hebt opgeschept. Zijn bord ligt te vol met eten.

2. Hij zegt: “Morgen kennen we lekker blijven meuren”

Hij bedoelt: Jullie hoeven blijkbaar allebei niet te werken, want hij wil graag samen met je uitslapen.

3. Hij zegt: “Wat een ontzettende geepekop is die ex van jou.”

Hij bedoelt: dat hij jouw ex, tja, een sukkel vindt.

4. Hij zegt: “Zullen we krootjes nassen vanavond?”

Hij bedoelt: dat hij trek heeft in Hollandse pot, want kroontjes zijn bieten. En nassen betekent eten.

5. Hij zegt: “Heb je wat olienoten bij de wijn?”

Hij bedoelt: dat hij trek heeft in pinda’s.

6. Hij zegt: “Grote muil, dikke lip.”

Hij bedoelt: ongeveer hetzelfde als wanneer wij ‘eigen schuld, dikke bult zeggen’.

7. Hij zegt: “Wat loop jij nou te zeikstralen.”

Hij bedoelt: oef, hij vindt dus dat je zeurt.

8. Hij zegt: “Misschien moet jij eens effe langs de pillendraaier.”

Hij bedoelt: dat je een afspraak moet maken bij de huisarts.

9. Hij zegt: “Hebbie in je nest gezeken?”

Hij bedoelt: No worries, dit heeft niets met bedplassen te maken, hij vindt alleen dat je vroeg bent opgestaan.

10. Hij zegt: “Dat wijffie daar heb ook een ontzettende zinksnijder.”

Hij bedoelt: dat je je niet zorgen hoeft te maken dat hij haar aantrekkelijk vindt. Een zinksnijder is namelijk een ander woord voor een grote neus.

11. Hij zegt: “Ik vind dat jij een gers rokkie aanheb.”

Hij bedoelt: dat hij je rok gaaf vindt.

Algemene tip

Grote muil, klein hartje: dat is typisch Rotterdams. Laat je dus vooral niet afschrikken door zijn directe taalgebruik. Daarbij laat het Rotterdams taaltechnisch gezien hier en daar ook wat te wensen over: het gebrek aan fatsoenlijk werkwoorden vervoegen is kenmerkend voor een Rotterdammer (hij heb, ik gaat). Kennen of kunnen wordt rakelings door elkaar heen gebruikt en ook opvallend: het woordje lopen komt stukken vaker voor dan in andere streken. Maar goed, daar ken je allemaal wel over lopen te zeikstralen, maar dan laat je mooi wel zo'n gerse Rotterdammert lopen.