Brood, daar zit wat in
|
"Mevrouw?", vraag ik ietwat cynisch aan de serveerster. "Waar is mijn zilveren bord?" Ze kijkt me meewarig aan. "Zilveren bord?" "Nou kijk," zeg ik. "Ik dacht, als u 5 euro voor een broodje kaas vraagt, krijg ik het vast wel bediend op een zilveren bord." Ze lacht, maar niet echt, en staart me aan met een blik in haar ogen die ik zo kan aflezen: 'Oh nee toch, niet zo'n klant. Dat mens is niet tof.' |
jn niet zilveren bord. Maar ik zet door. Ik voel hoe mijn kersenrode lippenstift zich naar mijn kin verplaatst, terwijl ik de taart via mijn slokdarm naar mijn maag probeer door te sluizen, die inmiddels van de schrik bekomen is en het slot weer heeft opengedraaid. Na ongeveer een kwartier heb ik de plantentuin met whiskeysaus naar binnen weten te metselen. Ik veeg mijn kin schoon met het servet en kleur mijn lippen opnieuw in.