Het verhaal van Katinka; Vermist!

Vrije tijd door Redactie Ze.nl

Ik was gelijk in shock en ging direkt op internet zoeken via Google. Daar kwam ik de site tegen van de hoofdredactrice van Vrouw.nl, waarop een wanhopige oproep stond van ene Maurizio die op zoek was naar zijn halfzus. Ongelooflijk. Ik antwoordde gelijk op die site dat ik die bewuste Katinka was die hij zocht. Ik wist dus toen gelijk die avond dat ik een broer had! Vanaf die dag is het balletje gaan rollen.

Ik heb de Tros gebeld en verteld over wat ik allemaal over mijn vader wist. Zij vonden dit een heel mooi verhaal; namelijk dat mijn vader Aldo destijds (eind jaren vijftig) bij de toenmalige Hoogovens te IJmuiden werkte en metaalbewerker was. Hij woonde in die tijd op kamers in Haarlem. Op een goede dag ging hij naar Vroom & Dreesmann in Haarlem om kleding te kopen en jawel, op de herenmode-afdeling werkte mijn moeder Christien. Blijkbaar was het liefde op het eerste gezicht; vanaf dat moment hebben zij ongeveer drie jaar een relatie gehad, waaruit ik het resultaat was! Nog voor ik werd geboren ging Aldo terug naar Italië, omdat hij zijn moeder niet in de steek wilde laten en zijn moeder had ook geld nodig. Hij stuurde wel geld naar haar maar op de een of andere manier kwam dat bij haar broer terecht en niet bij haar. Hij moest dus echt terug om voor haar te zorgen. Mijn moeder heeft mij dus, moederziel alleen, in een ziekenhuis te Beverwijk, gekregen op 1 juli 1960. Zij van haar kant wilde ook absoluut niet op Sicilie wonen; in die tijd betekende een vrouw niet veel in het arme Sicilie, en zij op haar beurt wilde ook haar moeder (mijn oma) niet in de steek laten.

Vier jaar later is Aldo nog een keer, volkomen onverwacht, teruggekomen. In de tussentijd heeft Aldo wel diverse malen brieven aan mijn moeder geschreven. Ik was toen dus vier jaar. Ik weet daar niets meer van, ik heb slechts een '1-secondebeeld van hem'; dat hij, mijn moeder en ik in de eetkamer staan. Achteraf is mij gebleken dat ik toen als klein meisje voor hem ging staan en zei: "jij bent mijn vader"; het zijn de woorden die Aldo altijd zijn bij gebleven. Hij kwam toen terug om mijn moeder om raad te vragen. Hij had een nieuwe vriendin en vroeg: "Christien wat moet ik doen?" Zij zei: "Trouw met Rita en word gelukkig in Italie, maar ik blijf toch echt hier met Katinka". Maar het schijnt, volgens Aldo, dat zij ook gezegd heeft: "Aldo ik heb een nieuwe relatie; er is hier geen plaats meer voor jou". Waarschijnlijk heeft zij dat alleen maar gezegd om van hem af te komen, want zij had toch echt geen relatie met een nieuwe man op dat moment. Aldo is toen weggegaan weer naar Sicilië terug, en sindsdien hebben mijn moeder en ik nooit meer iets van hem gehoord of gezien. Mijn moeder zei altijd: "Katinka jij bent uit liefde geboren". Zij heeft zelf nooit meer een poging gedaan om Aldo weer te benaderen of op te sporen. Ze zei wel toen ik ouder werd: "Katinka zou jij niet willen weten wat hoe het je vader verder is vergaan?" Maar ik had zo iets van: "Aldo zoekt mij maar op, hij weet toch dat hij hier in Nederland een dochter heeft?".

Als kind vond ik het heel gewoon dat ik geen vader had, ik wist toch niet beter? Ik miste hem dus eigenlijk niet echt omdat ik een heel fijne jeugd had en niets te kort ben gekomen, ik woonde dus samen met mijn moeder in Noordwijkerhout in het huis van mijn oma, die er veel niet was om die veelvuldig in een tehuis verbleef omdat zij helaas veel in de war was. Toch miste ik wel de gezelligheid van een gezin; ik zag natuurlijk ook wel de gezelligheid bij mijn vriendinnetjes thuis die broertjes en zusjes hadden, en toen dacht ik veel: waarom heb ik die niet?

Naarmate ik ouder werd begon ik toch wel veel meer aan mijn vader te denken, zoals: heb ik wellicht daar in Italië halfbroertjes en halfzusjes rondlopen, en zou Aldo nog leven?
Zeven jaar geleden in maart 1999 stierf mijn moeder aan de gevolgen van huidkanker. De laatste woorden die deze kleine krachtige vrouw zei was: "neem een glas wijn als ik dood ben en treur niet". Aldus geschiedde, tot op de dag van vandaag zie ik die laatste ogenblikken voor me; zij koos voor de zelfgekozen dood en keek voortdurend op de klok om te kijken of het nog geen tijd was om te sterven, zo veel pijn dat ze had.

Vijf jaar geleden heb ik een eerste poging gedaan om Aldo op te sporen. Ik schreef het Italiaanse consulaat in Nederland aan, en die adviseerde mij bij de Hoogovens te informeren of Aldo wellicht nog een pensioen had van de Hoogovens. Ik liet het allemaal een tijd rusten tot ongeveer vijf maanden geleden. Ik schreef de Hoogovens (heet nu Corus) en vroeg of er nog niets bekend was. Helaas heeft het niets opgeleverd, en ik dacht, ik ga het nog wel een keer uitzoeken, desnoods schrijf ik zelf een keer naar Syracusa in Italie om een en ander uit te zoeken. En toen... kreeg ik die brief van de Tros! En alles werd me op een presenteerblaadje aangeboden. Men vroeg "ga je mee naar Italie?" Ik moest er wel even over nadenken hoor, in het begin had ik zoiets van: moet ik nu na meer dan 40 jaar nog mijn vader leren kennen? Het bleek dat ik trouwens niet één, maar drie halfbroers heb!! Inmiddels kreeg ik wat foto's toegestuurd, en toen dacht ik, nadat ook mijn vrienden zeiden dat ik niets te verliezen had, je moet dit aanbod aannemen. Ga naar Italie, je zult er geen spijt van krijgen. En zo geschiedde, en ging ik op zondag 9 april 2006 tesamen met mijn echtgenoot Rob, Jaap Jongbloed (de presentator), Roy Ferwerda (regisseur) en Joep (cameraman) naar Sicilië.

Lees hier het tweede deel van dit dagboek...