ZeMama: Zandbakmoeders

Kinderen door Aefke
Ik ben een zandbakmoeder. Dat is een moeder die op haar ‘parttime’ dag met het kind naar de zandbak gaat en daar op de rand van de zandbak zit. Samen met andere moeders van kinderen in de zandbakleeftijd. 
 
Los in de zandbak
Op mijn vrije dag maken het kind en ik geregeld een wandelingetje naar de kinderboerderij. Tijl gaat daar altijd helemaal los in de zandbak en ik wil hem niets ontzeggen. Op mamadag is het feest. Soms krijgt hij zomaar een cadeau uit een dure winkel. Of we gaan samen iets ophalen dat mama via Marktplaats heeft gekocht. Alles voor het kleine schatje.
En zo zit mijn moppie dan ook in zijn dure kleertjes in de zandbak. Natuurlijk mag hij vies worden. Dat is gezond. Ik zet hem middenin het zand en ga zelf gezellig op de rand van de zandbak zitten. Ik heb zelf drinken bij me. Niet om kosten te besparen, maar ik wil mijn ventje geen seconde uit het oog verliezen. Als ik op de rand van de zandbak zit, kijk ik naar mijn kereltje. Hoe hij zich enorm vies maakt. Met zand gooit. Met schepjes slaat of een gezandstraalde auto knuffelt. 
 
 
‘Doe maar niet gooien’
Ik vind het ook erg vermakelijk om naar andere moeders te kijken. Heel af en toe zit er een vader tussen. Dat is dan zo iemand die actief met de kinderen speelt. De meeste moeders kletsen met elkaar, drinken koffie, checken hun mobiel en roepen intussen pedagogisch verantwoorde leuzen naar de zandbak. 
“Okke, doe maar niet gooien!”
“Teun, niet andere kindjes slaan met de schep!”
“Nee Bram! Het zand hoort ín de zandbak. Mama vindt het niet fijn dat je dat er allemaal uitgooit.” 
“Eline, geef jij dat andere kindje ook een emmertje? Jij hebt er twee en dat kindje heeft niets. Dat is toch niet leuk?”
 
Ik denk dat ik me als kind nogal opgelaten zou voelen tussen al die vreemde kinderen en een moeder die me vanaf de zijlijn toeschreeuwt. Bovendien wordt er ook heel wat van die ukkies verwacht. Een kindje dat verwoed op zoek is naar een schepje, krijgt de opdracht om naar een ander - wildvreemd -  kindje te gaan en daar een schepje te vragen. 
(“Doe maar vragen Polle!”) 
Ik wil die moeders weleens zien als ze op een feestje zijn waar ze niemand kennen. Vragen ze dan ook een mascara van iemand te leen? 
 
 
Bij kop en kont
Natuurlijk probeer ik ook pedagogisch verantwoord met het kind om te gaan. Ik praat op een rustige toon, geef hem complimentjes en prop de dagen vol met fijne, gezellige dingen. Zonder het belang van rust, reinheid en regelmaat uit het oog te verliezen. 
Vanavond liep het even anders.
Het gebeurde toen mijn kleine schatje zich van woede achterover wierp omdat hij in bad moest. Vervolgens flikkerde hij, zo hard als hij kon, zijn nieuwe auto’s van de trap. En toen was mama er even klaar mee. 
“En nu is het afgelopen!” , zei ik streng. Ik pakte het schatje bij kop en kont en nam hem mee naar boven. 
Hij had de kat niet eens welterusten gewenst.
 
Gelukkig was er geen zandbakmoeder in de buurt. 

Lees ook de vorige ZeMama-columns van Aefke!



Aefke is onze ZeMama- columniste. Ze is getrouwd en sinds maart 2013 moeder van Tijl. Aefke hoopt een consequente moeder te worden, maar van haar hoeft Tijl later niet zijn bord leeg te eten. Ze hoopt wel dat Tijl later net zo dol is op ‘boekjes’ zoals ze dat zelf is. 
 
Aefke is meer dan alleen moeder. Ze heeft in september 2012 een boek uitgebracht, de kantoorthriller 'Tijdens Kantooruren’. Verder is ze gek op Nieuw-Zeeland, sociale media, sushi, haar kat Casper en natuurlijk de vader van haar kind. Aefke schrijft op stoereschrijfster.nl.