De sterren van The Boat That Rocked!

Op 16 april aanstaande gaat de komedie The Boat That Rocked officieel bij ons in première. Om dat te vieren kwam er een speciale delegatie over uit Londen én uit New York. Aanwezig waren Oscarwinnaar Philip Seymour Hoffman (USA), de bekende Britse acteur Bill Nighy, de jonge belofte Tom Sturridge, zijn tegenspeelster Talulah Riley, producente Bevan Jones en schrijver en regisseur Richard Curtis, die we vooral kennen van Love Actually, Notting Hill en Four Weddings and a Funeral.

Tijdens de persconferentie...
Er was veel pers afgekomen op deze speciale persconferentie in het Amstel Hotel. Dat was wel te verwachten, want er komen tenslotte niet iedere dag zulke sterren van formaat naar de hoofdstad. Het was best speciaal te noemen dat acteur Philip Seymour Hoffman speciaal overgevlogen was uit New York. Zelfs op de wereldpremière, die twee weken geleden in Londen plaatsvond, kon hij niet aanwezig zijn. Voor de uitermate getalenteerde anti-ster betekende Amsterdam een gezellig weerzien met zijn filmcollega's die hij sinds de opnamen vorig jaar niet meer gezien had. Hij mocht meteen een vraag beantwoorden: of het klopte dat hij de laatste tijd weer stoere rollen uitkoos. "Dat heb ik niet bewust gedaan. The Count leek me gewoon een hele leuke rol om te doen. Ik vond het script heel erg leuk en wilde graag meedoen aan een film over muziek in de jaren zestig en wat dat in dat tijdperk betekende."

Tom Sturridge is naast grote acteurs als Seymour Hoffman en Nighy nog een echte nieuwkomer. In The Boat That Rocked speelt hij Carl, de zoon van een oude vlam van Quentin, de door Bill Nighy gespeelde baas van Radio Rock. Hoe voelt een onervaren acteur als Tom zich in het gezelschap van gerenommeerde acteurs? "Eigenlijk net zoals Carl, ik kwam op een boot terecht waar ik tegen iedereen opkeek," aldus de acteur. "De scène in de film dat ik The Count ontmoet, was ook de eerste keer dat ik oog in oog stond met Philip Seymour Hoffman. Dat was heel speciaal."

Bill Nighy (bij het grote publiek vooral bekend als Davy Jones uit Pirates of the Caribbean en de overjarige rocker Billy Mack in Love Actually) is in de film een echte gangmaker. Hij speelt de rol van Quentin met veel humor. Over zijn rol in de film zegt hij: "Het was voor mij heel speciaal om in een film te spelen die in de jaren zestig plaatsvindt. Ik heb die tijd dus ook écht meegemaakt. De muziek die je hoort in de film was vroeger niet overal te krijgen. Het waren juist de radiopiraten die de luisteraars voor het eerst kennis lieten maken met Rolling Stones, The Who, Jimi Hendrix en noem maar op."

Regisseur Richard Curtis en producente Hillary Bevan Jones willen nog wel wat kwijt over de rechten van de jaren zestig klassiekers uit de film: "Het was een grote opgave om al die liedjes van zoveel grote artiesten te mogen gebruiken. Sommige bands vroegen gewoon veel te veel geld, zoals bijvoorbeeld The Doors. Het bedrag wat ze vroegen was zo hoog dat het er bijna op leek alsof ze er Jim Morrison weer mee tot leven wilde wekken."

Say cheese!
Na de persconferentie gingen de acteurs nog op de foto met onze eigen 'radiopiraten', de diskjockeys Erik de Zwart en Adje Bouwman. Ze draaiden allebei bij Veronica toen dit station als piraat uitzendingen verzorgde vanaf de Noordzee.

Foto's: Anneke Ruys