Een Islamitische kledingcrisis

Media door Lisanne

Behalve dat ze blauwe ogen heeft, lijkt Eva (18) in eerste instantie niet veel te verschillen van de andere in hoofddoek gehulde moslima's. Maar zij is hier de enige die Nederlands is van afkomst, Nederlandse ouders heeft en niet gelovig is opgevoed. Anderhalf jaar geleden besloot ze zich te bekeren tot de Islam. "Ik vergelijk het met uit de kast komen," vertelt ze met een glimlach op haar gezicht, terwijl ze haar hoofddoek gladstrijkt. "Dit is wie ik ben."

"Ik was twaalf en begon me heel erg af te vragen wat er met iemand gebeurde wanneer je doodging. Ik wilde antwoord en verdiepte me in het Christendom. Maar ik was het met heel veel dingen niet eens. Ik stortte me op de Islam, begon de Koran te lezen en sprak met andere moslims." Eva voelde zich thuis in dit geloof en is op haar zestiende bekeerd. Helemaal op eigen kracht.

Moeilijk was het wel. Eva, een Westers meisje dat zo Nederlands als kaas en klompen is, komt na het weekend ineens met hoofddoek en Islamitische kleding op school aanzetten. Ze werd raar aangekeken. Maar haar vriendinnen hebben het helemaal geaccepteerd. "Dankzij mijn niet-Islamitische vriendinnen voorkom ik dat ik helemaal in het moslimwereldje verdwaal. We doen gezellige dingen met elkaar. Ik ga alleen niet mee uit of achter de jongens aan." Lachend vertelt ze me dat haar vriendinnen gewoon hoofddoekjes voor haar kopen. "Ik heb ze in allerlei kleuren, ik kan er lekker mee variëren. Bovendien kleur ik mijn haar nu in de raarste kleuren, ik hoef er toch niet mee de straat op."

Niet iedereen accepteerde het zomaar. Bij het thuisfront was kritiek. "Mijn vader heeft iets tegen de Islam, dus die vindt het heel moeilijk. Als ik bij hem ben, dan ga ik vijf keer per dag naar mijn kamer om zogenaamd 'iets te pakken'. In werkelijkheid ga ik dan bidden. Ergens weet hij dat wel, maar hij wil er niets mee te maken hebben." Ook Eva's moeder heeft het er moeilijk mee gehad. "Maar ze had al wel snel door dat het geen identiteitscrisis was, dat ik het echt meende."

Kort na haar bekering leerde ze een Islamitische jongen kennen, die inmiddels haar verloofde is. "Ik heb genoeg aan hém. Uitgaan is er alleen maar om te zuipen, te ouwehoeren en jongens te scoren. Ik heb het vroeger gedaan en ik ben blij dat ik het heb ervaren, maar voor mij hoeft het niet meer. Het is niet nodig."

Ik vraag Eva wat ze van meisjes als ik vindt. Meisjes die wel uitgaan, af en toe een date hebben en rokjes en lagere shirtjes dragen. Even denkt ze na, en dan zegt ze ietwat verlegen: "Ik vind het een beetje zonde, als ik van die westerse meisjes zie lopen. Dan vraag ik me af: Waarom?"

Dan kapt ze het gesprek af: tijd om te bidden. Ik kijk toe terwijl Eva haar handen wast en haar bidkleedje uitspreidt. Het staan wisselt ze zo nu en dan af met gekniel, terwijl ze helemaal in zichzelf is gekeerd. De Islamitische kinderen die in de ruimte rondrennen, de andere mensen die bidden, Eva merkt er niets van. "Ik denk aan Allah als ik bid." Ze haalt een groot boek, waar allemaal memobriefjes uitsteken, uit haar hippe schoudertas. "De Koran is het boek dat belangrijk is. Allah geeft mij leiding, die vergeeft mij al mijn zonden," zegt ze.

Ondertussen heb ik van een Islamitische vrouw een kop soep gekregen. "Ze eten hier met de hele groep en zijn vaak bij elkaar. Als je moslim bent, ben je één familie. Ik ben ook heel snel geaccepteerd in deze gemeenschap, ik kreeg er een familie bij."

Spijt van haar leven voordat ze zich bekeerd heeft ze niet. "Met spijt schiet je niks op. Als je er maar van hebt geleerd. Allah vergeeft al mijn zonden, dus hij vergeeft mij ook mijn levenswijze voordat ik me bekeerde."

Terwijl we teruglopen naar de trein, zegt Eva lichtelijk geïrriteerd: "Vanochtend had ik echt een kledingcrisis!" Ik kijk haar een beetje vragend aan. "Ja, ook moslima's kunnen een kledingcrisis hebben!" zegt ze lachend.

Eva's naam is om privacyredenen gefingeerd.