ZeMama: De aanstelmoeder

Kinderen door Aefke
?Ik vond moeders die huilden als ze hun kind naar de opvang brachten altijd aanstellers?, vertrouwde ik mijn vriendin toe. ?O, dat vind ik nu nog?, zei ze. Tijl heeft een enorme aanstelmoeder. 
 
Het wennen op de kinderopvang ging op zich best goed. We gaven ons kind voor twee uurtjes af en kwamen even later terug. Ik moest hard mijn best doen het laatste stukje naar de locatie niet te rennen. Toen ik als eerste in de ruimte kwam waar we ons kind daarvoor hadden afgegeven, checkte ik binnen een paar seconden alle baby?s. De mijne zat als een klein koninkje in een duur, uit zichzelf bewegend stoeltje. Hij vond het allemaal prima. Opgelucht ging ik bij hem zitten. Hij leefde nog. Niemand had hem laten vallen, hij was waarschijnlijk niet uit bed gestuiterd en hij had ook geen knikker in zijn mond gestopt. Toen ik hem uit het stoeltje wilde halen, krijste hij. Hij zat net zo lekker. 
 
 
Moederziel 
De eerste hele dag op de kinderopvang was andere koek. Dankzij zowel emotionele als logistieke redenen bracht mijn man hem weg. Zoals afgesproken belde hij mij op het moment dat ons kind moederziel alleen achter was gebleven bij de opvang. Slechts twaalf weken uit de baarmoeder. Compleet afhankelijk. Achtergelaten bij wildvreemden. Het lukte me toch de dag door te komen, zelfs nadat een collega op tactloze wijze haar gruwelijke ervaringen met de kinderopvang had gedeeld. Een telefoontje naar de opvang stelde me gedeeltelijk gerust. Er was nog niets vreselijks gebeurd. Het liefst zou ik mijn zoon springlevend, gillend en wel in mijn armen houden. 
 
Geef hem maar aan mij 
Onlangs was het de tweede, serieuze dag dat ons kind was overgeleverd aan de pedagogisch medewerksters van het kinderdagverblijf. Ietwat bedremmeld stond ik met mijn kind in mijn armen. 
?Waar zal ik hem neerzetten?? 
Het dure stoeltje waarin hij zo graag zat, bleek bezet door een baby met een enorme bos haar. Troostend wreef ik over het enige plukje op Tijls hoofd. 
?Geef hem maar aan mij?, zei een medewerkster. 
Met droge ogen gaf ik hem af. 
 
 
Twee keer bellen
?Zullen we hem vanmiddag na het werk samen ophalen?? vroeg ik aan mijn man. 
?Kwart over vijf bij de poort??
?Als je te laat bent, ga ik naar binnen.?
?Dat is goed.?
?Maar als ik vroeger ben dan vijf uur??
?Dat is niet eerlijk.? 
?Ik ga hier niet staan wachten terwijl Tijl hier binnen is.? 
?Is goed schatje.? Hij fietste weg. 
?Stuur je dan wel een WhatsApp als je al binnen bent??
Ik knikte en wierp nog een laatste blik naar binnen. Ik zou vandaag weer gaan bellen. Misschien wel twee keer. 
Ik ben een enorme aanstelmoeder. 

Lees ook de vorige ZeMama-columns van Aefke!



Aefke is onze ZeMama- columniste. Ze is getrouwd en sinds maart 2013 moeder van Tijl. Aefke hoopt een consequente moeder te worden, maar van haar hoeft Tijl later niet zijn bord leeg te eten. Ze hoopt wel dat Tijl later net zo dol is op ?boekjes? zoals ze dat zelf is. 
 
Aefke is meer dan alleen moeder. Ze heeft in september 2012 een boek uitgebracht, de kantoorthriller 'Tijdens Kantooruren?. Verder is ze gek op Nieuw-Zeeland, sociale media, sushi, haar kat Casper en natuurlijk de vader van haar kind. Aefke schrijft op stoereschrijfster.nl.