Grootste liefde

Lifestyle door Lindsay
Ik was piepjong (krap een dag achttien), woonde nog thuis en was eerstejaars hbo-student. En hopeloos verliefd op jongeman 1. Mijn grote liefde, dacht ik destijds. Na welgeteld drie afspraakjes, twee keer naar de bioscoop en een keer naar een café, werd het officieel bevestigd: het was 'aan'. Ik kende de jongeman in kwestie niet bijzonder goed. In de bioscoop konden we niet echt praten, evenals aan de bar.

Toch was ik tot over mijn jonge hondenoren verliefd. Ik schreeuwde het uit. Niet eerder had ik een vriendje gehad. Ik was wel verliefd geweest, had gezoend en gescharreld, dat was mij niet vreemd. Maar een vriendje... had ik niet eerder gehad.

Dagen, maanden en zelfs jaren verstreken. De verliefde periode hield bij ons lang aan, ruim twee-en-een-half jaar. Maar barstjes ontstonden er. Irritaties. En niet van die 'hij doet de tandpastadop nooit terug op de tube' issues. Nee, grote meningsverschillen over hoe wij ons leven, samen, in zouden richten.

Hield ik nog van hem? Zeker. Maar niet genoeg om het te laten werken. En zo, ruim drie jaar na onze eerste ontmoeting, fietste ik met een gek gevoel in mijn buik naar zijn studentenkamer. Waar hij nog steeds woonde. Ook een van mijn frustraties.

Inmiddels was ik vierdejaars hbo-student en druk bezig met mijn afstudeerproject. Mijn niet-meer-zo-grote-liefde was drie jaar ouder dan ikzelf en nog altijd niet in het bezit van een papiertje. Deadlines werkte niet zo voor hem. Heel frustrerend voor een perfectionistische enthousiasteling als ondergetekende. Ik ken mezelf een beetje en kon me voorstellen: voor hem was mijn 'peper' waarschijnlijk net zo vervelend.

Zo kon ik meer opnoemen wat me aan hem stoorde. En hij ongetwijfeld aan mij. Dus sprak ik, op zijn studentenkamer, de volgende woorden: "Ik hou van je, maar niet genoeg." En nog meer van dat kaliber. Huilend. Hij huilde mee, herkende wat ik zei en maakte gelukkig geen scène.

Na afloop van ons gesprek aten we een patatje in de snackbar (al die emoties kosten bergen energie!) en ik stapte op de fiets. Thuisgekomen was het hoge woord eruit. Ik voelde me opgelucht. Zoals mijn broertje treffend zei: "Je ziet er rood en snotterig uit, maar wel gelukkig."

Omdat ik in de leeftijd 18 tot iets over 21 een relatie had (en monogamie voor mij een vereiste is), was ik altijd vrij onbenaderbaar voor het andere geslacht. Vrienden van de andere sekse genoeg, maar altijd duidelijk: ik was bezet. Ineens was dit niet meer het geval. En 21 is een ideale leeftijd om weer even single te zijn.

Vreugde alom, discotheken, zomerfestivals, middernachtelijke logeerpartijtjes bij het andere geslacht, nachttreinen voor feestjes in Amsterdam, Rotterdam en zomervakanties met de bus naar de stranden van Kroatië. Twee jaar lang hebben mijn medesingle vriendinnen en ik de bloemetjes fijn buiten gezet.
Maar, een dag na mijn 23e verjaardag, stond ik op mijn werk ingepland met jongeman 2. Ik had hem wel eens zien lopen en qua uiterlijk was hij zeker mijn type. Maar die brakke middag (de nacht ervoor had ik mijn 23e verjaardag uitbundig gevierd) bleek hij ook nog eens heel aardig te zijn. En grappig. En charmant. En hij hield van dingen die ik ook leuk vond.

Ik moest ontzettend om  hem lachen. Misschien door het nog aanwezige promillage in mijn bloed. Maar in de weken daarna vond ik hem ook nuchter leuk. Ik werkte vier dagen per week en leerde hem daardoor goed kennen. Ik kon niet meer 'zomaar' naar mijn werk. Ik werd verschrikkelijk onzeker, wat moest ik aan? Ik kon niet zonder make-up de deur uit! En op de vrijdagavondborrels zwijmelde ik (stiekem) naast hem aan de bar.

Na een half jaar (waarin ik zo goed mogelijk mijn best deed niets te laten merken!) vroeg hij mij 'verkering'. En inmiddels ben ik bijna de duur van mijn vorige relatie voorbij. Dan is hij de jongen met wie ik het langst een relatie heb.

Stappen en een relatie gaat hierbij wel samen, dus dat doe ik nog steeds. We begrijpen elkaar veel beter, dan ik mijn eerste grote liefde begreep. Over basisdingen denken we hetzelfde. Dat is fijn, want inmiddels wonen we samen. En in sommige dingen verschillen we veel meer dan ik met mijn eerste vriend deed. Soms is dat lastig. Maar veel vaker is dat heel erg leuk.

Dus ik weet zeker, net als Jan, Yolanthe, Wesley, Liza en Adam: mijn tweede liefde is mijn grootste liefde.

Hoe zit dat bij jullie?