Babyliefde: Het komt vanzelf wel?

De maatschappij door Donna

Er lijkt een ongeschreven regel te bestaan dat het krijgen van een kindje iets is wat door de omgeving aangemoedigd en bezongen dient te worden. Iemand die vertelt zwanger te zijn verwacht dat er ieder moment een praalwagen de ruimte binnenkomt denderen om haar door de stad te rijden, terwijl de bombastische muziek hele menigten de straat op trekt. En zodra een jonge moeder aan het bekomen is van haar totaalruptuur, dienen wij met roze kleurende wangetjes het geboortekaartje door te spitten op zoek naar een datum om een achterlijk duur cadeau af te kunnen geven.

Het lijkt alsof ik ergens ben blijven steken in de babymanie. Ik deel de warme gevoelens voor die kleine, kale knarren namelijk niet. Ik kan niet lachen om een foto van je nichtje als ze met een dikke, stinkende luierkont op je vloerkleed zit. Ik vind het zoontje van je vriendin niet aandoenlijk als hij zich ingesmeerd heeft met de drab van zijn fruithap. En hartstikke interessant hoor, die 3D-foto van het kindje in je buik, maar ik zie meer gelijkenis met buitenaards leven dan dat ik de neus van je man erin herken.

Soms vind ik het bijna zorgelijk hoe weinig baby’s met me doen. Wat ben ik voor onmens? Zijn we niet allemaal ontwikkeld om in een bepaalde levensfase de drang te voelen om ons voort te planten? Om de innige zorg te dragen voor zo’n klein monstertje wezentje? Waarom word ik dan spontaan ongemakkelijk als er een baby in dezelfde kamer is? Waarom verkrampt mijn hele lichaam als ik er één op schoot krijg? En waarom kijken ze me altijd verbaasd aan met die grote, freaky baby-ogen om het vervolgens op een mensonterend krijsen te zetten dat me tot in mijn engste dromen achtervolgt?

"Het komt vanzelf wel", wordt mij bijna betuttelend door mijn omgeving beloofd.
Ik vraag het me af.