25 dingen die onbegrijpelijk zijn voor niet-wintersporters

Vrije tijd door Kimberly

Nog heel, héél even en we mogen weer jodelend, al schnitzelvretend en gehesen in een kek skipak richting de Alpen. Met een wagen volgeladen en de skilatten op het dak, kunnen we nog maar één ding zeggen: jetzt geht’s looohoos! 
 
Dat we er zin in hebben, moge duidelijk zijn. Voor de mensen die nog nooit op een piste hebben gestaan, blijven een aantal dingen onbegrijpelijk. Want niet-wintersporters zullen nooit begrijpen dat… 
 
… wintersport allesbehalve koud is, én, dames en heren, we soms zelfs wegknetteren van de hitte; 

… het uitdoen van je skischoenen na een lange dag skiën gelijkwaardig is aan een orgasme; 

… we vanaf dag één dat de wintersport voorbij was, alweer uitkijken naar de volgende skivakantie; 

… je je string uit je broek lacht als je met je smoel in de ‘tiefsneeuw’ valt; 
 


… we gerust uitgaan met een ik-heb-mijn-helm-net-afgedaan-kapsel en een naar zweet stinkende skipully;

… het geoorloofd is om elke dag met friet te lunchen; 

… daar altijd een würstel of schnitzel bij hoort; 

… het ook prima is als je ’s middags een Tiroler Gröstl bestelt en ’s avonds nog een spaghetti bolognese er doorheen jast; 

… we daarom ook NIET afvallen tijdens de wintersport;

… we ons voor de lol in een pak hijsen waardoor we tien kilo dikker lijken; 

… de frisse buitenlucht gelijkstaat aan een wasmachine. Die trui die een nacht heeft buiten gehangen kun je best nog een keer aan; 

… we zonder problemen iedere ochtend om 7:30 aan het ontbijt zitten; 

… we ‘ontbijten als een keizer’ dan ook erg letterlijk nemen;  

… we soms liever op wintersportvakantie, dan op zomervakantie gaan; 

… we kosten wat het kost niet willen klunen. Ook als dat met gevaar voor eigen leven moet; 
 
… we twee dagen dezelfde sokken aandoen. Soms zelfs drie; 

… de pizzapunt van levensbelang is; 

… we om elf ’s ochtends de eerste alcoholische dranken alweer achter de kiezen
hebben; 

… we een halfjaar van tevoren al de sneeuwhoogte-app hebben gedownload; 

… we in Nederland bij -3 de vrieskou niet eens durven te trotseren, en tussen de Alpen
genieten van een bittere -10; 


… het van cruciaal belang is met wie je in de skilift zit;

… we om tien uur al in bed liggen. Dronken;

… we het prima vinden om al die toeters en bellen (lees: carnaval), in ruil voor een
weekje skiën te missen;

… we in plaats van op decadente pumps, in loodzwaar skischoeisel uitgaan; 

… we telkens weer als afgebladderde braadworsten thuiskomen. ‘Hóe dan?’. 
 

Wat zullen niet-wintersporters nog meer niet begrijpen?