Ingrid (35) heeft kleptomanie: “Langer dan drie dagen zonder stelen kan ik niet”

Lifestyle door Redactie Ze.nl

Je hebt het als kind vast weleens gedaan: een barbiepop, reep chocolade of tijdschrift stelen. Maar terwijl het daar voor de meeste mensen bij blijft, kan de 35-jarige Ingrid de drang om te stelen niet weerstaan. Ze heeft kleptomanie, een psychische aandoening die ervoor zorgt dat ze weinig tot geen impulsbeheersing heeft.

Mensen met kleptonamie krijgen een kick van stelen en doen dit niet alleen in winkels maar ook bij mensen thuis. Dit begon bij Ingrid al op jonge leeftijd en liep zo erg uit de hand dat ze op een gegeven moment niet langer dan drie dagen achter elkaar niets gestolen heeft.

De eerste keer

“Toen ik een jaar of vijf, zes was, begon het stelen al. Ik stond samen met mijn moeder in een bakkerij en kan me nog goed herinneren dat ik een reep chocolade zag liggen. In mijn verbeelding was ik op dat moment al bezig met het openmaken van de verpakking en ik voelde de chocolade al op mijn tong smelten. Het lukte me niet om de reep te laten liggen dus griste ik hem mee. Thuis gekomen verstopte ik de chocolade snel onder mijn kussen, maar toen mijn moeder me voor het slapen gaan een kus kwam geven, voelde ze de reep daar liggen. Ze werd boos op me en ik voelde voor het eerst de schaamte die ik nog heel vaak zou voelen. De volgende dag moest ik van mijn moeder terug naar de bakker om mijn excuses aan te bieden. Terwijl ik dat deed, hoorde ik een paar mensen achter mij gniffelen en dat is me altijd bij gebleven.”

“Na die eerste keer, kon ik niet meer stoppen met stelen. Ik begon te stelen van klasgenoten, meisjes uit mijn hockeyteam en vriendinnetjes van mijn zus. Dit waren vaak kleine dingen zoals tijdschriften, parfum en haarspeldjes. Elke keer als ik iets van iemand afhandig maakte, voelde ik een golf van geluk door mijn lichaam gaan. Dat werd vaak gevolgd door een gevoel van paniek en de angst om betrapt te worden. Dat gevoel werd steeds heftiger naarmate ik ouder werd, maar er kwam ook meer schaamte en schuldgevoel bij kijken Hoe meer ik stal, hoe slechter ik me voelde en hoe slechter ik me voelde, hoe meer ik de behoefte voelde om te stelen…”

'Incident'

“Het ergste wat ik ooit heb gedaan is stelen van mijn ouders. Ik was achttien en woonde nog thuis. We zaten midden in een verbouwing en het was chaos in huis. Op zoek naar een paar sokken vond ik toen een envelop met 400 euro aan contant geld in een lade. Ik kon mezelf op dat moment niet meer tegenhouden en pakte er 100 euro uit. Natuurlijk kwamen mijn ouders erachter en de volgende dag werd ik ermee geconfronteerd. Mijn vader was zó boos dat hij me een klap in mijn gezicht gaf. Hij schrok er zelf van, maar ik zei tegen hem dat het niet uitmaakte en dat ik hetzelfde zou doen als ik hem was. Toch zagen mijn ouders dit als een incident en ben ik ermee weggekomen. Als ik er later op terugkijk, hadden ze toen beter hulp kunnen inschakelen. Misschien was ik er dan wel veel eerder vanaf geweest. Maar in plaats van stoppen, ging ik gewoon door met stelen”

“Op mijn vijfentwintigste kreeg ik een vriend, waar ik een aantal jaar later mee trouwde. We kregen samen een kindje en waren heel gelukkig. Hij had een goede baan dus ik hoefde niet te werken. Ik deed wat vrijwilligerswerk in een verzorgingstehuis en zorgde de rest van de tijd voor onze zoon en het huishouden. We hadden een mooi huis en konden twee keer per jaar op vakantie. Al met al een prima leven, maar toch kon ik niet stoppen met stelen. Overdag zat mijn zoontje op school en nadat ik hem had gebracht, ging ik vaak naar de stad. Ik koos winkels uit die geen beveiliging hadden en nam kleine dingen mee zoals nagellak en sokken. Daarna ging ik vaak naar de supermarkt waar ik gewoon betaalde voor mijn boodschappen, maar vaak ook nog wat dingen jatte. Dan kocht ik voor 100 euro aan boodschappen, maar had ik toch 10 procent korting, omdat ik voor 10 euro aan kleine spulletjes had gestolen. Ik weet dat dit een rare kronkel in mijn hersenen was, maar toch beredeneerde ik het dan als als korting in plaats van als stelen.”

Aan de drugs

“Vlak voor de uitstapjes naar de stad, was ik vaak zo gespannen als een zware roker op een lange vlucht. Maar als ik eenmaal de winkels door liep, voelde het alsof ik aan de drugs zat. Mijn hartslag versnelde, ik ging zweten en ademde zwaar. Sommige psychologen hebben het beschreven als iets seksueels, maar zo voelde het helemaal niet. Het is beter te vergelijken met een gevoel van euforie dat je kunt hebben tijdens het lopen van een marathon. Maar dat gevoel verdween snel weer en veranderde in walging. In mijn auto lag een koffer vol met rommel, dat ik later weggaf aan vriendinnen of weggooide. In die tijd heb ik nooit langer dan drie dagen achter elkaar niets gestolen.”

“In totaal ben ik zes keer betrapt. Altijd kwam ik ermee weg met een waarschuwing. En omdat het zo makkelijk ging, was het nog moeilijker om ermee te stoppen. Toch walgde ik uiteindelijk zo erg van mezelf dat ik het aan mijn moeder vertelde. Ze schrok in eerste instantie natuurlijk heel erg en sloeg zichzelf voor de kop dat ze het nooit gezien had. De volgende dag heeft zij meteen hulp voor me geregeld en kon ik terecht bij een psycholoog.”

Nooit helemaal genezen

“Dat stukje eerlijkheid was het begin van mijn genezingsproces. Ik kon voor het eerst eerlijk tegen mijn moeder zijn en hoe meer ik dat deed, hoe minder ik me schaamde. Op aanraden van de artsen ging ik weer thuis wonen. De oorzaak van de kleptomanie ligt namelijk voor een deel bij mijn jeugd. Met behulp van antidepressiva en cognitieve gedragstherapie kan ik mijn steelgedrag nu redelijk onder controle houden. Er zitten nog wel dagen bij waarop ik me wankel voel en het liefst iets wil stelen, maar de therapie helpt om dit soort gedachten te veranderen en daarmee de neiging om te stelen te overwinnen. Af en toe heb ik nog een terugval, maar dat schijnt normaal te zijn volgens de psychologen. Je bent van kleptomanie nooit helemaal genezen.”

Lees ook: Lisanne (32) is altijd opgewonden: ‘De vibraties van de auto kunnen zorgen voor heftige sensaties bij mij’